Het kort geding dat marktlieden in de non-foodsector aanspanden tegen de staat blijft staan. Het kabinet kondigt vanavond naar alle waarschijnlijkheid - zo blijkt uit uitgelekte berichten - versoepelingen van coronamaatregelen aan, maar dat is voor de kramers van textiel, telefoonhoesjes, lederwaren en andere niet-eetbare zaken geen reden hun eisen in te trekken.
“Je wilt jurisprudentie, die kan ons gaan helpen. Je weet nooit ook omdat je nooit weet wat de toekomst gaat brengen”, stelde Peter Reudink in 1Twente Vandaag. Reudink, zelf marktkoopman, is bestuurslid van de Centrale Vereniging Ambulante Handel en kwam in de afgelopen maanden vaker op voor de belangen van marktlieden.
Het toeval - of de opzet, Reudink is er niet zeker van - wil dat de zitting in het kort geding tegen de staat op 28 april op de rol staat. Dat is de dag waarop de eerste versoepelingen van kracht worden. Naar het zich laat aanzien mogen dan de markten weer open. In elk geval in die zin dat ook handelaren die geen noodzakelijke levensbehoeften verkopen hun kraam weer op mogen bouwen. Uiteraard gelden er dan ook op de markt maatregelen om besmetting tegen te gaan.
Reudink is blij dat er weer iets mogelijk is, maar vindt ook dat het veel te lang heeft geduurd. “Buiten is de kans op besmetting maar 0,1 procent. Natuurlijk hebben we begrip voor de situatie in de zorg, maar wat ons betreft had er veel beter gekeken moeten worden naar wat per sector wel en niet kan.” In zijn optiek is de gerechtelijke uitspraak straks een graadmeter. “We verwachten dat de uitspraak voor ons positief zal zijn. Dan kun je dus zeggen dat wij al die tijd veilig hadden kunnen ondernemen.”
De woordvoerder van de marktkooplui wil niet speculeren over vervolgstappen, mocht de rechter hen in kort geding in het gelijk stellen. “Laten we eerst maar even afwachten wat de uitspraak wordt. Dan zullen onze juristen zich er wel over buigen.”