Ondanks het gure lenteweer zijn er afgelopen weekend toch veel bijen geteld tijdens de Nationale Bijentelling. Zaterdag en zondag telden meer dan elfduizend Nederlanders ruim 200.000 bijen. En dat is een record. Ook de vrijwilligers van IVN Hengelo trokken er op uit en zochten de diertjes in de heemtuin en het beleefbos. "We hebben zo'n zes of zeven verschillende soorten geteld", zegt bijenteller Jan Zwienenberg.
Het weer tijdens de telling zit gelukkig mee. Een groot contrast met het gure weer van afgelopen week. Met een telformulier en pen in de aanslag kijken vrijwilligers Jan Zwienenberg, John Nijhuis en Rewert Wolthoff aandachtig over het bloemenperk. Het duurt niet lang voordat de eerste gast zich aandient: "Kijk, daar vliegt er één. Volgens mij is dat een steenhommel", zegt Zwienenberg.
De Hengelose afdeling van natuureducatievereniging IVN onderhoudt de heemtuin en het beleefbos. Ook op zaterdag zijn er vrijwilligers in de weer om de heemtuin te onderhouden. "We hebben hier allerlei bloemen en planten die van oorsprong in Twente groeien. Dat zorgt voor een grote diversiteit. Die diversiteit is juist waar de bijen zo naar snakken."
De Nationale Bijentelling wordt ieder jaar gehouden. Mensen gaan gedurende een half uur het aantal bijen in hun tuin of op hun balkon tellen. Zij noteren de soorten die zij aantreffen en geven dit door op de website van de Nationale Bijentelling. Vorig jaar werden er 136.000 bijen geteld. Dit jaar waren dat er ruim 200.000, een nieuw record. Met de gegevens willen biologen een beeld krijgen van de gezondheid van de Nederlandse bijenpopulatie.
Met de wilde bij gaat het niet goed. Neem de weilanden in het buitengebied, daar is nog maar weinig diversiteit in plantensoorten te bespeuren. "Ik snap dat boeren liever alleen maar raaigras hebben, maar daar valt niks te tellen. Daar zal je de bijen niet tegenkomen, terwijl je binnen Hengelo een aantal plekken kunt aanwijzen waar wél veel wilde bijen voorkomen", aldus Zwienenberg. Zo heeft IVN Hengelo een aantal wilgen aangeplant in het beleefbos. Ook tijdens de telling waren er veel hommels en bijen bij de wilgen te vinden. "Hoe meer diversiteit, hoe beter het is voor de insecten", zegt John Nijhuis