De vlaggetjesactie op het plantsoen bij het Josinkmorsplein in Enschede lijkt geslaagd. Vóór de actie werden er in twee weken tijd honderdveertig hondendrollen op het stuk groen gekakt en niet opgeruimd, na de markering van de plaatsen delict kwamen er nog maar drie bij in een week.
“We waren aangenaam verrast”, reageert initiatiefnemer Petra te Paste op het kleine aantal extra bolussen dat ze aantrof op het veldje dat wordt ingeklemd tussen het Josinkmorsplein, de Lindestraat en de Plataanstraat. “We hopen dat het zo blijft.”
Te Paste zit in de bewonersploeg die het plantsoen onderhoudt. Sinds 2019 bestaat die taak volgens haar steeds meer uit het weghalen van hondendrollen, omdat toen de hondenuitlaatveldjes door de gemeente zijn weggehaald. Het probleem werd zo erg dat de buurt naar stront stonk en spelende kinderen onder de poep thuiskwamen.
Daarom zetten de bewoners vorige week extra geschut in. Ze staken een vlaggetje in elke hondendrol die er lag – 140 in totaal - om het probleem letterlijk te markeren. En dat lijkt dus te werken: er kwamen daarna slechts drie drollen bij in een week. “De vlaggetjes hebben het probleem pijnlijk zichtbaar gemaakt. Het bewustzijn is zeker toegenomen, mag ik hopen.”
Deze zaterdag kwam de actie tot een einde met een klein feestje. Hondenbezitters kregen een cadeautje van de buurt: zakjes om hondendrollen mee op te ruimen en een paar lekkere snacks voor de viervoeter. “We hadden de hele dag koffie en thee en we hebben met een aantal mensen uitgebreid gesproken. Dat was van meerwaarde voor de contacten binnen de buurt. We hopen dat dat blijvend effect heeft.”
De drollen, als verjaardagshapjes voorzien van een vlaggetje, zijn inmiddels opgeruimd. De vraag is nu of het veld vrij van stront blijft. De buurtbewoonster hoopt het, maar is ook nuchter: “We zullen het blijven herhalen. Want als mensen het niet zien, is de kans groter dat het toeneemt.”
Of het ook iets voor de gemeente is om toe te passen in de rest van Enschede? “Ik nodig ze uit, maar wij gaan het in ieder geval alleen op het Josinkmorsplein doen”, antwoordt Te Paste grappend.