De sociaal-advocatuur staat onder druk. Het rijk draait de geldkraan steeds verder dicht, vergoedingen maken een duikvlucht, sociaal-advocaten gooien de handdoek in de ring. Het gevolg: het fundamentele recht op rechtsbijstand staat op de helling. Als er niet iets gebeurt, kunnen mensen die zelf geen advocaat kunnen betalen straks nergens meer terecht. Dat stelt Joost Haafkes, advocaat bij Damsté.
Het rijk stelde onlangs 28 miljoen extra beschikbaar voor de sociaal-advocatuur, maar dat is een druppel op de gloeiende plaat. Haafkes vreest voor een klassenmaatschappij, waar alleen welgestelden hun recht kunnen halen.
Haafkes, gespecialiseerd in het familierecht, ging in 1Twente Vandaag onder andere in op de gevolgen voor echtscheiding. Wie een echtscheiding wil, heeft een advocaat nodig. “Alleen een rechter kan een echtscheiding uitspreken, een verzoek daartoe kan alleen via een advocaat. Anders krijg je alleen een scheiding van tafel en bed.”
De Damsté-advocaat behandelt scheidingszaken in zijn praktijk. “Als je geen advocaat kunt vinden om dat voor je te regelen, komt die echtscheiding dus niet tot stand. Mensen blijven gedwongen bij elkaar wonen. Dat komt de verhoudingen niet ten goede. Gedoe tussen de ouders, gedoe met de kinderen. Daarmee snijdt de overheid zichzelf in de vingers. De kosten voor de jeugdzorg rijzen nu al de pan uit. Dat wordt alleen maar erger. Je moet dat aan de voorkant goed regelen.”
Wie niet de middelen heeft om Haafkes of een collega van hem in de arm te nemen, kan terecht bij een sociaaladvocaat. Die krijgt dan betaald vanuit een rijkspotje. De gedachte daarbij is dat iedereen recht heeft op goede juridische bijstand. In de voorbije jaren is die vergoeding - de zogenaamde ‘toevoeging’ - steeds lager geworden. De zaken die sociaaladvocaten behandelen zijn vaak ingewikkeld. De toevoeging die zij krijgen is een vast bedrag, ongeacht het aantal uren dat in de zaak gaat zitten. De balans daarin is inmiddels totaal zoek.
“Voor een echtscheiding is die toevoeging netto elfhonderd euro”, stelt Haafkes. “Een echtscheiding kost je dertig uur, dan doe je niks geks. Maar er zijn er ook waar je zestig uur mee bezig bent. Reken dat maar om. Daar kun je geen kantoor van runnen.” In beginsel kan iedere advocaat een toevoeging krijgen, als hij een zaak aanneemt voor iemand die niet het reguliere tarief betalen kan. Maar ook sociaaladvocaten zijn specialisten.
Eén van hen, Petra Gerritsen, sloot een jaar geleden haar Enschedese praktijk. Om die financiële redenen. Gerritsen zei daar destijds het volgende over: “Het wordt steeds lastiger als je, zoals ik, alleen maar socialezekerheidszaken doet. Natuurlijk kan je bij een andere advocaat terecht, maar hoe hard gaat die lopen voor dat geld dat hij of zij krijgt? Het is heel slecht dat het zo moet. Voor iedereen met een kleine beurs. En die mensen hebben de toegang tot het recht het hardst nodig.”
Gerritsen is niet de enige sociaal-advocaat die de praktijk stopt. Jaarlijks wordt hun aantal minder. “Dat betekent dat mensen die het niet kunnen betalen effectief het recht op een advocaat ontnomen wordt”, stelt Haafkes. “De overheid laat je aan je lot over.” De toegezegde 28 miljoen is bij lange niet voldoende om de sociaal-advocatuur op de been te houden. Haafkes: “Uit onderzoek blijkt dat er jaarlijks structureel enkele honderden miljoenen bij moeten.”
In de Tweede Kamer wordt wel gediscussieerd over het probleem. De minister houdt zich vooralsnog op de vlakte. Hij stelde voor om echtscheidingen te laten begeleiden door niet adequaat geschoolde medewerkers van een juridisch loket. En sociaal-advocaten, die volgens Haafkes een standbeeld verdienen, moeten maar een beroep doen op intrinsieke motivatie. “Dat is hetzelfde als tegen een chirurg zeggen dat hij voor dertig euro per uur moet gaan opereren. De rest moet ‘ie dan maar doen op basis van intrinsieke motivatie.”