De Enschedese CDA-fractie legde de gemeenteraad deze week een voorstel voor om onderzoek te gaan doen naar de manier van afvalinzameling. Aanleiding daarvoor is - zo stellen de christendemocraten - de vaststelling dat veel van het ingezamelde gescheiden afval toch in de verbrandingsovens van Twence belandt. Er zit teveel vervuiling in.
Het CDA kan zich voorstellen, zo blijkt uit het voorstel, dat de resultaten van afvalscheiding beter zijn als je het niet aan inwoners overlaat. Nascheiden dus, waarbij afval niet voordat maar nadat het is aangeboden wordt verdeeld in stoffen de wel en niet recyclebaar zijn. Bijkomend voordeel zou kunnen zijn dat het voor inwoners een stuk overzichtelijker wordt om afval kwijt te kunnen.
Mart van Lagen, raadslid voor het CDA in Enschede, en zijn raadscollega Gert Kel (BurgerBelangen Enschede) lichtten in 1Twente Vandaag hun standpunten toe.
Nu is een hele kunst om voor al het afval de juiste otto of container te vinden. Dat is een deel van de reden waarom het ingezamelde afval, bedoeld om te recyclen, vaak niet meer bruikbaar is. Dat geldt met name voor plastic en verpakkingsmateriaal. Een ander effect van die ingewikkelde inzameling is dat er, met name rond hoogbouw, een hoop rotzooi naast containers belandt in plaats van erin. Mensen begrijpen het niet voldoende, of het is teveel moeite. Bijvoorbeeld omdat containers een eind van elkaar staan.
Maar die manier van inzamelen heeft wel een reden. De achterliggende gedachte: de vervuiler betaalt. Afval dat opnieuw gebruikt kan worden, wordt gratis ingezameld. Je betaalt alleen voor het storten van restafval. Wie zorgvuldig scheidt en zorgvuldig omgaat met kopen en weggooien, houdt maar weinig restafval over. Dat idee lag aan de basis van een nieuwe manier van afval inzamelen, waarmee Enschede in 2017 begon: diftar was geboren.
Diftar staat voor ‘gedifferentieerd tarief’. Wie afval kwijt wil, betaalt voor de hoeveelheid en het soort afval dat hij aanbiedt. Is dat veel onbruikbaar afval, dan betaal je de hoofdprijs. De gemeente zorgt er daarbij voor dat inwoners hun herbruikbaar afval makkelijk kwijt kunnen. Dat stimuleert mensen om zo zorgvuldig mogelijk te scheiden, zo is de gedachte. Oftewel: de vervuiler betaalt.
Aan de tweede stap, het omgekeerd inzamelen, is Enschede niet toegekomen. Dat was niet haalbaar, oordeelde de raad. Feitelijk betekent omgekeerd inzamelen dat de grijze Otto zou verdwijnen.
Uiteindelijk is deze hele nieuwe manier van inzamelen, vroeger werd alles in een grote ton gegooid, de opmaat voor een stad en een regio waar zo goed als alle afval grondstof is en niet meer weggegooid of verbrand hoeft te worden.
Dat dit voorstel van het CDA niet is aangenomen, komt omdat een meerderheid van de partijen in de raad vast wil houden aan deze koers van afvalinzamelen. ‘We zijn vijf jaar bezig. Niet alles gaat goed, maar wel veel, en we liggen op koers.’ Dat is zo ongeveer de samenvatting van de geluiden uit dat deel van de gemeenteraad. Een andere reden is dat de kerngedachte van het CDA-voorstel zo ongeveer is ingebakken in het coalitieakkoord. Het voorstel waarover maandag werd gesproken is overbodig, zo stelt een meerderheid van de raad.
De coalitie houdt vast aan het net ingezette diftar. Nascheiden kan daarop een goede aanvulling zijn. Of dat zo is en hoe dat dan moet, wordt onderzocht. Op dit moment voert Twence een onderzoek naar nascheiden uit. Voor Enschede zou dat dan altijd gaan om nascheiden als aanvulling op voorscheiding - de manier waarop het nu gebeurt. De resultaten van dat onderzoek zijn eind deze maand of begin mei bekend.
Belangrijke vraag bij dat onderzoek is of nascheiden rendabel is. Dat wil zeggen: of er voldoende herbruikbaar materiaal uit de aangeleverde afvalhoop gehaald kan worden om de kosten van dat nascheiden te dekken.