Eline ging de straat op met het nieuwe Twents woord van de week: Giezel. Wat betekent dit woord, wilde ze weten. Verder de winnaar van de sloganwedstrijd van de dialectmaand en Adrie Hemmink die de woorden doedelkop, meakesdichte en snigge van betekenis voorziet. En Ernst nam een kijkje in het schelpendepot van de Museumfabriek.
Marlon, eigenares van het Kappershuus werd winnaar van de sloganwedstrijd in de dialectmaand. Bedrijven konden een slogan opsturen in het Nedersaksisch. De winnende slogan is ingesproken door Hendrik Jan Bökkers: “Veur ’t nettere kap en snoeiwark, hoale wie ’t bie oons mooie Keunemark”. Marlon vertelt dat ze bekend is met het werk van Hendrik Jan Bökkers. Dit maakt het voor haar extra bijzonder: “Wekelijks kijk ik naar Bökkers zelf, heel leuk dat hij onze slogan dan inspreekt”. Ze gaat de slogan gebruiken op social media en voor het reclamescherm in haar zaak.
Ernst ging weer naar het Museumfabriek om een kijkje te nemen in het schelpendepot. Daar werd hem het verband uitgelegd tussen schelpen en knopen. De knopenindustrie gebruikte namelijk vroeger schelpen om daaruit parelmoeren knopen te maken. De schelpen werden daarna fijngestampt en verwerkt in de paden van Bredevoort.