Vanaf vandaag gaan de meeste buurtbussen in Twente weer rijden, na een gedwongen 'coronapauze'. Da's fijn voor al die reizigers die al maanden van deze mogelijkheid verstoken waren, maar ook voor de chauffeurs. Het zijn allemaal vrijwilligers, vaak gepensioneerden, voor wie dit werk een heerlijke invulling van de dag is. Ton Andringa weet er alles van. De secretaris van Buurtbus Boekelo, die zelf ook regelmatig achter het stuur te vinden is, was dinsdag 2 maart te gast bij 1Twente Vandaag.
De meeste lijnen rijden vandaag weer, maar Buurtbus Boekelo gaat pas vanaf maandag 8 maart weer de weg op. Waarom niet deze week al, Ton? “We moesten eerst de roosters helemaal voor elkaar hebben. We hebben zo’n 35 chauffeurs, maar een kwart durft het ondanks alle aanpassingen aan de bus toch nog niet aan. Dat zijn vaak chauffeurs met onderliggende aandoeningen, die extra vatbaar zijn voor een virus. Met de resterende chauffeurs gaat het echter lukken om het rooster gevuld te krijgen.”
Andringa doelt met de genoemde aanpassingen op kuchschermen tussen chauffeur en passagiers, op een verbeterd afzuigsysteem en op extra filters: “Keolis, dat ons de busjes levert, had dat vorig najaar al voor elkaar en TNO had die aanpassingen ook goedgekeurd, zodat we op 9 november weer de weg op konden. Dat hebben we ook gedaan, totdat een paar weken later de huidige lockdown werd afgekondigd. Toen moesten we weer stoppen. Op zich prima, want de scholen en de winkels waren dicht en dan heb je toch nauwelijks passagiers.”
Andringa is dolblij dat hij en z’n collega’s vanaf maandag weer de weg op kunnen: “Dan zijn Boekeloërs niet langer aangewezen op de auto, de fiets of die aardige buurman die best wel een keer voor taxichauffeur wil spelen, maar die je natuurlijk niet drie keer op een dag kunt vragen.” Het mooie van dit werk vindt Andringa dat hij zo op gezette tijden een dienst kan verrichten voor de maatschappij: “Het geeft je een bepaalde voldoening, dat je je nog nuttig kunt maken na je pensioen.”