De gemeente Hengelo heeft toegezegd dat al het geld dat het Rijk als coronacompensatie uitkeert voor de noodlijdende culturele sector ook daadwerkelijk bij cultuur terechtkomt. Vorige week stelden verschillende raadsleden hierover vragen, nadat eerder al de Hengelose fractievoorzitter Annemieke Wissink van de Overijsselse PvdA aan de bel had getrokken. Hengelo keerde vorig jaar 483.000 euro uit aan culturele instellingen en verenigingen. Dit jaar wordt er nog eens een kleine 9 ton uitgekeerd.
De vragen die Wissink en de Hengelose raadsleden stelden zijn legitiem. Het probleem is dat het Rijk weliswaar 150 miljoen euro voor cultuur heeft vrijgemaakt voor het eerste deel van dit jaar, maar dat dit geld niet met de opdruk ‘cultuurgeld’ naar de gemeenten is overgemaakt. Zodoende is het aan de gemeentebesturen zelf om met het geld steunpakketten voor de culturele sector in elkaar te zetten. En daar gaat het nog wel eens mis.
Zo is er in de gemeente Almelo nog geen duidelijkheid over de besteding van het geld. Almelo, dat ruim 440.000 euro krijgt, kan best andere doelen voor dat geld bedenken. Directeur Jan Brands van brancheorganisatie Cultuurconnectie zei daarover eerder: "Dat is waar we bang voor zijn. Veel gemeenten zien dit bedrag als gratis geld, waarmee ze bijvoorbeeld tekorten in de jeugdzorg kunnen afdekken.”
In Hengelo gaat dat in elk geval niet gebeuren, laat een woordvoerder weten. "De bijdrage van het Rijk in 2020 is toegekend aan elf culturele instellingen, die te maken hadden met urgente financiële tekorten. Dit jaar ontvangt de gemeente een bijdrage van het Rijk van 784.000 euro. Samen met het restant van 2020 (97.000 euro, red.) komt dit ten goede aan de culturele sector. De keuze voor de bestemming van de Rijksbijdrage is bepaald aan de hand van een inventarisatie onder de culturele instellingen. Dankzij deze inventarisatie kwam de financiële en maatschappelijke impact van corona goed in beeld. Het doel is natuurlijk behoud van de culturele instellingen voor Hengelo".
Daarnaast is er nog 125.000 euro over uit het gemeentelijke herstelfonds Duurzame Wederopbloei. Vorig jaar kwam er onder die noemer 500.000 euro beschikbaar voor verenigingen en instellingen op het vlak van sport, cultuur en welzijn. Die overgebleven 125.000 euro kan dus breder ingezet worden dan alleen voor cultuur.