De manier waarop Enschede het recht op huishoudelijke hulp bepaalt, gaat veranderen. Met ingang van volgend jaar wordt dat uitgedrukt in tijd, concreet: het aantal uren zorg dat een inwoner krijgt. Daarmee komt een einde aan een jarenlange discussie, maar het roept ook vragen op. Onder meer over wat die verandering betekent voor inwoners die al hulp in de huishouding hebben en voor de portemonnee van de gemeente.
Enschede stapte in 2015 af van het vaststellen van het recht op huishoudelijke hulp in uren zorg per week. Er werd een nieuwe norm ingevoerd voor hulp in de huishouding: de geleverde zorg moest moest leiden tot een resultaat, een schoon en leefbaar huis. Een norm die aansloot bij de gedachte achter de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar in de jaren erna tot controverse leidde. En tot rechtszaken.
Inmiddels is de politieke steun voor dat ‘schoon en leefbaar’ afgekalfd en heeft de nieuwe wethoudersploeg aangekondigd hulp in de huishouding weer - als vanouds - in uren uit te gaan drukken. Over de manier waarop dat precies gaat gebeuren, is nog niet veel duidelijk. Maar de wetgeving en de uitspraken van rechters in de voorbije jaren schetsen wel een duidelijk kader. En dat legt een aantal stevige dilemma’s bloot.
De overgang van uren zorg naar ‘schoon en leefbaar’ leidde er in 2015 toe dat alle huishoudens die ondersteund werden vanuit de Wmo tegen die nieuwe meetlat werden gehouden. Zo’n vier- tot vijfduizend beslissingen werden automatisch omgezet. Voor veel van die huishoudens - partijen als het Diaconaal Platform Enschede en Sociaal Hart stellen: de meeste - betekende het een korting op het aantal uren ondersteuning dat zij kregen.
‘Een ordinaire bezuiningingsslag’, stelden deze partijen. Maar ook een aantal fracties in de gemeenteraad was - en is - die mening toegedaan. Stimulansz, hèt kenniscentrum op het gebied van sociale wetgeving, ondersteunt die lezing.
Herziening van dat ‘schoon en leefbaar’ zou kunnen betekenen dat die vierduizend huishoudens opnieuw beoordeeld moeten worden. Doe je dat volgens de regelen van de kunst, zoals de Wmo dat voorschrijft, dan betekent dat vierduizend ‘keukentafelgesprekken’. En daarmee de gerede kans dat het recht op hulp in de huishouding hoger uitpakt dan nu het geval is.
In zo’n keukentafelgesprek komt een heel scala aan onderwerpen aan de orde: de fysieke en mentale gezondheid van de inwoner, sociale netwerk, de specifieke woonsituatie - alles om te bepalen wat hij zelf nog kan, met steun van de omgeving, en waar hulp nodig is. Hulp op maat.
Enschede telt zo’n vierduizend huishoudens die hulp ontvangen op grond van de Wmo op basis van een resultaat: de hulp moet leiden tot een schoon en leefbaar huis. In september vorig jaar liet wethouder Jeroen Diepemaat, verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo, de gemeenteraad weten dat in 3.200 van die vierduizend gevallen inmiddels uren waren toegevoegd aan de beslissing over huishoudelijke hulp. Dat ging om een indicatie van het aantal uren op jaarbasis en om een ambtelijke aanpassing.
Jan Veldhuizen, voorzitter van het Diaconaal Platform, hekelde die werkwijze omdat er geen herbeoordeling van het recht heeft plaatsgevonden; het ging om een automatische omzetting. Volgens Veldhuizen had zo’n herbeoordeling allang plaats moeten vinden - de Wmo schrijft eens in de vijf jaar voor - en gaat het bij de ambtelijke aanpassing zoals de wethouder die schilderde om een papieren werkelijkheid. “Het zijn er nog steeds gewoon vierduizend”, stelde hij, verwijzend naar het aantal gevallen waarbij het recht in zijn optiek nog altijd niet rechtmatig is vastgesteld.
Het is de vraag of een dergelijke hersteloperatie er komt. In september vorig jaar liet verantwoordelijk wethouder Jeroen Diepemaat de gemeenteraad weten dat bij een groot deel van deze huishoudens inmiddels uren waren toegevoegd aan de beslissing over het recht op hulp. Een wijziging die ‘ambtshalve’ was doorgevoerd.
Dat sluit aan bij de werkwijze die sinds de zomer van vorig jaar geldt voor nieuwe beslissingen over het recht op huishoudelijke hulp. Maar die werkwijze is omstreden. Rechters vinden ‘schoon en leefbaar’ te vaag en tot op heden is er nog geen variant voorbijgekomen die standhield in een rechtszaak.
Zo’n automatische, of ‘ambtshalve’, herziening wringt daarbij met het maatwerk dat de Wmo met die keukentafelgesprekken beoogt. En met het gemeentelijke beleid voor sociale voorzieningen, zoals hulp in de huishouding. Ook daarin staat maatwerk centraal.
In de wereld van de maatschappelijke zorg wordt op verschillende plekken gewerkt met cliëntprofielen. De geleverde zorg wordt dan afgestemd op een aantal kenmerken die voor grotere groepen inwoners gelden.
Als dat soort profielen ook gebruikt gaan worden voor de Wmo - en daar wordt landelijk over gesproken - dan hoeft er in veel gevallen geen keukentafelgesprek meer gevoerd te worden, maar kan een Wmo-consulent op basis van een aantal algemene kenmerken beslissen hoeveel hulp in de huishouding er nodig is. Oude gevallen zouden dan gemakkelijker kunnen worden omgezet naar een nieuwe norm: tijd.
Werd hulp in de huishouding lange tijd vastgesteld in uren per week, in 2015 stapten verschillende gemeenten (waaronder Enschede) over op een andere norm. Niet het aantal uren geleverde zorg stond centraal, maar er moest een resultaat behaald worden. In Enschede was dat ‘een schoon en leefbaar huis’.
Dat paste bij wat de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (de Wmo) beoogde: inwoners moesten hun leven zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven invullen, zorg en ondersteuning was er om ervoor te zorgen dat hun welzijn daarbij niet in het gedrang kwam. ‘Zelfredzaamheid’, ‘een gezond dag- en nachtritme’ en ‘een schoon en leefbaar huis’ kwamen in de plaats voor zorguren.
De gedachte is zo gek niet, immers: wat heb je aan vier uur hulp als je huis na afloop niet proper is? Juridisch is er ook geen bezwaar tegen beslissingen met een resultaat als uitgangspunt. Zolang dat resultaat maar ondubbelzinnig en concreet is; burgers moeten precies weten waar zij aan toe zijn. En daar zit ‘m de angel: dat blijkt bij beslissingen op basis van een resultaat niet of nauwelijks mogelijk.
Maar ook dat zou ten koste kunnen gaan van het zo gewenste maatwerk. Bovendien zijn daarmee de kortingen op de hoeveelheid zorg uit 2015 niet teruggedraaid. En als die nieuwe norm van destijds - schoon en leefbaar - inderdaad niet wettig is (en de latere varianten daarop), dan geldt dat ook voor de kortingen op zorguren die daar het gevolg van waren.
Met ingang van volgend jaar gelden er nieuwe afspraken met de zorgverleners die hulp in de huishouding leveren. De onderhandelingen daarover lopen dit jaar. Daarin worden de gerechtelijke uitspraken meegenomen, stelt de gemeente. Ook de recente uitspraak in een Haagse zaak, naar aanleiding waarvan wij een eerder artikel schreven.
De gemeente verwijst daarbij naar die toevoeging van uren, die sinds de zomer van vorig jaar voor beslissingen geldt. Onduidelijk is vooralsnog of dat om een indicatie van uren op jaarbasis gaat, zoals nu het geval is, of om uren te leveren zorg per week.
En dat maakt uit. Dat wil zeggen: uit de rechtspraak blijkt onomwonden dat een beslissing in uren huishoudelijk hulp per week objectief en helder is. Het is een controleerbare norm, inwoners weten waar zij aan toe zijn en daarmee is hun rechtszekerheid gegarandeerd. Bij de werkwijze die Enschede tot op heden hanteert - een indicatie van het aantal uren per jaar zorg - is dat maar de vraag.
Vooralsnog lijkt een herstelmaatregel voor lopende, ‘oude’ gevallen er, zoals gezegd, niet in te zitten. Het is te omslachtig en te kostbaar. Een nieuwe Enschedese werkwijze - hoe die er dan ook precies uit komt te zien - geldt dan alleen voor nieuwe aanvragen en bij een herbeoordeling. Inwoners die een nieuwe beslissing willen, kunnen wel zelf bij de gemeente aan de bel trekken.
In de nieuwe afspraken met zorgverleners zal hulp in de huishouding weer draaien om uren. Worden al lopende gevallen inderdaad niet herzien, dan kent Enschede straks twee groepen huishoudens die hulp ontvangen: bij de ene is die gebaseerd op tijd, bij de andere op een omstreden resultaat 'schoon en leefbaar' (of een variant daarop). Daarmee ontstaat een nieuwe vraag: of dat wel strookt met het gelijkheidsbeginsel in het recht.
Kortom: als het om hulp in de huishouding gaat, hebben de gemeenteraad en het gemeentebestuur van Enschede nog een paar stevige noten te kraken.