Barry Overink, raadslid voor BurgerBelangen Enschede, sluit zich aan bij de oproep die Pieter Omtzigt deed tijdens het Kamerdebat over de Toeslagenaffaire. Hij verzocht het Enschedese college in kaart te brengen welke Haagse wetten in de stad tot knellende problemen leiden.
Overink ziet een enquête voor zich onder alle uitvoerende ambtenaren. “Dat gaat dan heel breed, over alle wet- en regelgeving. Niet alleen bijstand of het sociaal domein”, zei hij in 1Twente Vandaag.
“Ook wij hebben veel te maken met wetgeving uit Den Haag die problemen geeft in de uitvoering”, stelde Overink. "Wetten zijn soms zo streng of onlogisch dat ze nauwelijks uitvoerbaar zijn. In elk geval niet zonder dat inwoners daar de dupe van worden." Ook Overink ziet veel van die problemen in het sociaal domein - bij de bijstand en de Wmo. Maar hij wil bewust breder kijken dan dat.
“Dat speelt misschien ook wel bij de jeugdzorg of bij vergunningverlening, ik noem maar wat.” Als het toch om dat sociaal domein gaat, wijst Overink voor de grootste knelpunten naar Den Haag. “Die Participatiewet is zo strikt.” En die moeten we handhaven, stelde het raadslid, anders komt de BUIG-regeling in gevaar en loopt Enschede miljoenen mis. “We hebben al een jaarlijks tekort van zo’n dertien tot twintig miljoen. Dat kunnen we ons niet permitteren.”
Het rijk kent gemeenten budgetten toe voor de uitvoering van sociale wetten (Participatiewet, Wmo en Jeugdzorg). Het grootste deel daarvan is vast, een deel is afhankelijk van de werkelijke uitgaven. Gemeenten met grote tekorten kunnen een beroep doen op extra geld. Voor Enschede gaat dat om een paar miljoen euro - veel geld, als de tekorten jaarlijks al zo fors zijn.
Enschede kreeg de opdracht van het ministerie om de instroom in de bijstand te beperken. De vraag of de stad een beroep op dat extra geld kon doen, hing mede af van de mate waarin dat lukte. Feitelijk gaf Den Haag de gemeente daarmee een onmogelijke opdracht: de stad kent nou eenmaal een vaste en relatief grote groep inwoners die afhankelijk zijn van bijstand. Daarmee zat de gemeente in een spagaat, die leidde tot strenge handhaving van in dit geval de Participatiewet.
Overink wil Toeslagaffaire-achtige toestanden in Enschede voor zijn. De enquête onder medewerkers moet een bundeling van knelpunten in de uitvoering van wetten opleveren, met praktijkvoorbeelden. “De vraag is waar we maatwerk zouden willen leveren om een goede overheid te zijn, maar waar regels dat beperken.” Die bundel moet dan worden overhandigd aan de regering en de Tweede Kamer.
Overink stelde dat Den Haag ‘high trust, high penalty’ voorstaat, iets waar hij en zijn partij zich in kunnen vinden. “Dat gaat uit van vertrouwen, totdat het tegendeel blijkt.” Dat Enschede streng beleid voert, vloeit primair voort uit wet- en regelgeving, vindt Overink. “Natuurijk, er gaat weleens iets mis, het is mensenwerk. Maar wij moeten die wetten uitvoeren.” En dat levert, aldus Overink, problemen op in de samenleving. “We moeten meer maatwerk kunnen toepassen.”
Overink deed zijn oproep aan het college middels een zogenaamd ex-artikel 35 vraag. Dat betekent dat het college uiterlijk binnen zes weken met een reactie moet komen.