Verkeer
Stuur appje
Zoek
Parallellen 3 Fransje Immink

Enschede en de Toeslagenaffaire (3): slechte informatievoorziening

Parallellen 3 Fransje Immink
Beeld: Fransje Immink, 2020

‘Ongekend onrecht’. Dat is de titel en de strekking van het rapport dat de parlementaire ondervragingscommissie over de Kinderopvangtoeslagenaffaire eind vorig jaar presenteerde. Kort daarop ontstond landelijke ophef over een terugvordering van zevenduizend euro bijstand bij een inwoonster van Wijdemeren omdat haar moeder hielp met boodschappen. Wij tekenden in de afgelopen twee jaar talloze vergelijkbare Enschedese verhalen op. Die Toeslagenaffaire staat bepaald niet op zichzelf.

““De commissie constateert dat de informatievoorziening vanuit de rijksoverheid onvoldoende is. Op het hoogste niveau is de Tweede Kamer bij herhaling geconfronteerd met ontijdige, onvolledige en onjuiste informatie…””

Dit is het derde van zes artikelen over de parallellen tussen de Haagse en de lokale uitvoeringspraktijk. Onderwerp: de gemeentelijke informatievoorziening. Conclusie: ook in Enschede wordt een behoorlijke controle van het openbaar bestuur en de ambtelijke uitvoering ernstig gehinderd.

““De commissie constateert tevens dat transparantie, openheid en volledigheid in de praktijk niet de leidende principes zijn bij de beantwoording van Kamervragen, het opstellen van Kamerbrieven, het reageren op Wob-verzoeken en het samenstellen van dossiers voor rechtszaken.””

Groot gebrek aan openheid, zo stelt de onderzoekscommissie. Niet alleen richting de Tweede Kamer, maar ook de onderzoekscommissie zelf had grote moeite om informatie boven tafel te krijgen.

‘Transparantie openheid en volledigheid zijn niet de leidende principes, informatievoorziening is ingegeven door gewenste juridische of politieke uitkomsten, resulterend in het slechts gedeeltelijk, vertraagd of niet verstrekken van informatie’, stelt de onderzoekscommissie.

Datzelfde beeld doemt in Enschede op. Antwoorden op vragen komen niet, of pas na herhaald aandringen. Vaak zijn ze onvolledig en ontwijkend, soms ronduit onjuist. Niet alleen als het om lastige vragen over de uitvoering van sociale wetten gaat - het gebeurt bij alle kwesties die politiek of ambtelijk lastig liggen.

Half november publiceren wij een analyse van weeffouten in sociale wetgeving en uitvoering. Daarin refereren we aan kwartaalrapportages van de Enschedese klachtencommissaris, waaruit blijkt dat zij is belemmerd in het doen van onderzoek en dat er met haar signaal daarover niets is gedaan. Die rapportages zijn niet openbaar, maar ook niet geheim. Wij kregen begin vorig jaar inzage in gehad in het kader van ons onderzoek naar armoede in de stad. Die analyse is het eerste moment waarop wij er iets over schrijven. Reden: als signalen van obstructie bij onderzoek niet worden opgepikt, blijven fouten in beleid en uitvoering bestaan.

Raadsleden zijn verbouwereerd. Dat klachtencommissariaat is ingesteld door die raad, bedoeld als instrument voor een snel lerende organisatie. Dat signaal uit die rapportage had toch bekend moeten zijn bij de raad. Hoe kan het dat een journalist dit weet en zij niet?

Op de eerste raadsvraag aan het college of het bericht klopt en de pers informatie heeft ingezien die niet bij de raad op tafel lag, komt een ontwijkend antwoord: de pers heeft geen beschikking gekregen over de betreffende informatie. Een semantische truc. Wij hebben inderdaad niet de beschikking over de informatie gekregen, maar dat was de vraag ook niet.

Een raadslid vraagt daarop meermaals om de betreffende rapportages. De informatie - een mapje met een twintigtal A4’tjes - wordt niet geleverd. Na herhaalde vergeefse pogingen dient zij uiteindelijk maar een Wob-verzoek in.

Een ander voorbeeld betreft een ondernemer die een conflict over vastgoed en beheer met de gemeente uitvecht. Dat ontaardt in een taaie juridische strijd, die de ondernemer uiteindelijk wint maar ook berooid achterlaat. Raadsleden willen weten hoe die zaak zo heeft kunnen ontsporen en stellen vragen.

In de beantwoording beweert de gemeente bij herhaling dat de betreffende ondernemer zou hebben afgezien van een feitenonderzoek, zoals geadviseerd door de klachtencommissaris, en dat er daarom niets anders restte dan een rechtszaak. De ondernemer zou dat hebben bevestigd in een e-mail. Dat mailbericht wordt een paar keer opgevraagd maar niet geleverd. Na een paar verwarrende vragenrondjes, waarbij onder meer de indruk wordt gewekt dat de mail niet bestaat, duikt hij toch op. Wat blijkt: de gemeente heeft eenzijdig besloten af te zien van een feitenonderzoek en startte een rechtszaak.

De Nationale Ombudsman, bij wie ook een klacht is neergelegd, wordt met dezelfde argumentatie om de tuin geleid - de ondernemer zou hebben afgezien van een feitenonderzoek - en seponeert de klacht. De betreffende ondernemer wordt door de rechter in het gelijk gesteld.

Deze voorbeelden zijn geen incidenten. Raadsleden van zowel oppositie als coalitie klagen in toenemende mate over een gebrekkige informatievoorziening vanuit het college en de ambtenarij. College en ambtenaren klagen over een vloed aan zogenaamde ‘ex-artikel-35-vragen’.

Dat ligt voor een deel aan die raad. Raadsfracties vangen elkaar vliegen af, hebben in een gefragmenteerde gemeenteraad behoefte aan profilering en doen stoer. Daar horen stoere vragen bij. Een deel van die raadsvragen is voor de bühne.

Maar de belangrijkste oorzaak van die explosie aan raadsvragen in de afgelopen jaren is de meer dan gebrekkige en gestuurde informatievoorziening vanuit het college en de ambtenarij. Dat lokt telkens nieuwe vragen uit. Het heeft er alle schijn van dat het wantrouwen dat naar burgers werd gezaaid in de strenge uitvoering van sociale wetten, nu wordt geoogst door college, raad en ambtenarij zelf.

Ook voor interne waakhonden geldt dat zij moeite hebben relevante informatie boven tafel te krijgen. Een gemeentelijke afdeling doet de deur dicht voor de klachtencommissaris, als zij onderzoek wil doen naar behoorlijk bestuur. De rekenkamer krijgt niet alle beschikbare informatie bij een onderzoek naar het functioneren van de Wijkteams en stelt geen definitieve conclusies aan dat onderzoek te kunnen verbinden.

Dat zijn ontluisterende vaststellingen. Hoezo: transparante overheid en lerende organisatie? Opvallend is ook dat er met die signalen niets wordt gedaan. De melding van de klachtencommissaris dat zij geen onderzoek kon doen, is nooit verder gekomen. Signalen over problemen bij de Wijkteams houden aan, duidelijkheid over hoe het nou echt zit is er na vijf jaar nog altijd niet.

Net als bij het Kindertoesslagschandaal kun je er dus niet van uit gaan dat de informatie vanuit het gemeentebestuur of de ambtenarij in Enschede volledig, juist en transparant is. Er wordt teveel in het ongewisse gelaten, gestuurd en achtergehouden. En dat is een probleem. Niet alleen omdat raadsleden in het duister tasten en hun werk niet goed kunnen doen - een raadslid trad vorig jaar terug als lijsttrekker omdat zij zich in toenemende mate een ‘spoorzoeker’ voelde - maar vooral omdat daarmee het vertrouwen in de democratie en de overheid om zeep wordt geholpen.

Gebrekkige en gestuurde informatievoorziening verstoren de ‘checks and balances’ die zijn ingebouwd in onze feilbare democratie. Daarmee blijven onvermijdelijke fouten toegedekt en raakt het systeem verziekt. Een gemeente is daarin nog kwetsbaarder dan het rijk. Kamerleden zijn beroepsvolksvertegenwoordiger. In een gemeente zijn het leken - gemeenteraadsleden - die het hoogste machtsorgaan vormen. Integriteit, vertrouwen en transparantie zijn voor een democratie geen luxe maar een levensvoorwaarde.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.