Hengelo staat bekend om zijn wederopbouwarchitectuur. Na de Tweede Wereldoorlog werden er drie pleinen aangelegd: een bestuursplein, het stationsplein en de marktplein als hart van het centrum. Hoe is de huidige infrastructuur van de stad ontstaan en wat kunnen we hier van leren bij het vernieuwen van het centrum. In een korte reportageserie duiken we samen met Stichting Erfgoed Hengelo in het verleden van de stad. In aflevering 1 gaan we terug naar het dorp Hengelo.
Hengelo is tegenwoordig, na Enschede, Zwolle en Deventer, de vierde stad van Overijssel met zo’n 81.160 inwoners. Aan het begin van de 19e eeuw was Hengelo nog een kleine plaats met als centrum De Markt op de hoek van de Enschedestraat en de Langestraat, tegenwoordig bekend als het Burgemeester Jansenplein.
Met Hans de Gruil, voorzitter van Stichting Erfgoed Hengelo, lopen we door de stad. “Hengelo was vroeger een klein dorp. Het bestond voornamelijk uit boerderijen en kleine straatjes die organisch gegroeid zijn.” De Gruil laat een oude kaart zien. Duidelijk is te zien dat de grens van het dorp werd bepaald door beken.
Bekijk de reportage
De structuur en de bebouwing van het dorp is heel lang in stand gebleven, terwijl zich daaromheen zich van alles ontwikkelde. Op een aantal plekken zijn de restanten van het oude dorp nog steeds goed zichtbaar. Een gedeelte van de Pastoriestraat is nog authentiek met bijvoorbeeld het pand van het Neutje, het oudste café van de stad. De Gruil wijst op het Thomassonhuis dat bekend staat als de oudste boerderij van Hengelo met een lage kap en helemaal in baksteen uitgevoerd. Het pand is gelegen aan het einde van de Pastoriestraat bij de Deldenerstraat.
Aan de zijkant van het Thomassonhuis zitten zogenaamde kloostermoppen in de gevel. Dat was een bepaalde steenformaat, dat in die tijd gebruikelijk was. Deze stenen zijn afkomstig uit Huys Hengelo, een burcht die gezien wordt als de plek waar Hengelo is ontstaan. Toen het kasteel werd afgebroken zijn de bouwmaterialen verkocht en is een deel in deze boerderij terecht gekomen. “Het is echt een prachtige boerderij geweest."
Pastoriestraat 33 is het huidige onderkomen van De Tapperij. Het pand valt in het straatje met authentieke historische panden een beetje uit de toon. Het lijkt op het eerste gezicht geen bijzonder gebouw, maar schijn bedriegt. Achter de pui met witte platen zit een historisch pand verstopt met unieke gevel.
Het is het enige gebouw dat in Hengelo door de regionaal beroemde Twentse architect Jan Jans in de jaren dertig van de vorige eeuw is ontworpen als onderkomen van de Moderne Arbeidersbeweging. Het "Eigen Gebouw", zoals het pand werd genoemd, is geen boerderij zoals het Thomassonhuis verderop in de straat, maar is qua bouw wel gebaseerd op vroegere boerderijen die er stonden.
De afgelopen jaren zijn verschillende gevels van historische panden in de Pastoriestraat hersteld dankij de medewerking van pandeigenaren. Het historische karakter van de straat is daardoor sterk verbeterd.
Om Pastoriestraat 33 in ere te herstellen is tot op heden niet gelukt. Het pand is eigendom van een particulier uit Amsterdam. Die zou er geen belang in zien om de huidige gevel aan te passen. Ook zouden de financiële middelen ontbreken om herstel van het pand te realiseren.