Het Fonds van de Podiumkunsten deelde afgelopen week 20 miljoen euro uit aan culturele gezelschappen en regelingen. Dat geld kwam vooral in de Randstad terecht: de theaters, theatermakers en muziekgroepen in het oosten, die elf aanvragen deden, kregen niets.
“Een ramp”, zegt directeur Willem Jaap Zwart, directeur van Enschedees grootste culturele instelling Concordia. Hij snapt de verdeelsleutel niet. “De politiek moet ervoor zorgen dat het geld regionaal wordt verspreid.”
Het Fonds van de Podiumkunsten zegt zich daar niets van aan te trekken, omdat het de toekenners van de subsidies gaat om de kwaliteit van de aanvragen en gezelschappen. “En zij menen dus dat die kwaliteit niet in het oosten zit.” En van die redenering snapt Zwart niets.
Feit is dat 80 procent van de miljoenen in de Randstad en meer dan de helft van dat enorme bedrag in Amsterdam terechtkomt. “Het is een schande dat het zich daar concentreert”, aldus Zwart. De directeur zet om die reden ook vraagtekens bij de samenstelling van de commissie die de aanvragen beoordeelt. “Ik ken ze niet, maar ik kan je wel vertellen dat er geen mensen inzitten die ik uit het oosten ken.” De implicatie van zijn antwoord is duidelijk: namelijk dat de samenstelling van de commissie die over geld gaat vooral op het westen van het land is georiënteerd.
De keuzes van het Fonds berokkenen veel schade aan het culturele leven in Twente. “Je zegt eigenlijk dat het culturele leven zich alleen in de Randstad afspeelt en jaagt dus de theatermakers en creatievelingen weg. Het is vooral erg voor de ontwikkeling van talent. Die zijn nog aan het opbouwen en hebben ondersteuning nodig.”
Zwart hoopt dat de landelijke politiek ingrijpt: “Want die moet nu haar verantwoordelijkheid nemen.” En dat betekent volgens de directeur dat de subsidies ook in de regio terecht komen.