De eikenprocessierups wordt komend voorjaar preventief aangepakt met aaltjes en biologische bestrijdingsmiddelen. De bestrijding van de jeukrups kost de gemeente 550.000 euro extra.
Het is al lang niet meer de vraag of de processierups bestreden moet worden. Geen Enschedeër kon vorig jaar om de brandharen van de rups heen. "De overlast was drie keer erger dan in 2018. De begroting werd met tonnen overschreden", schetst Angèle Scholtes van de gemeente Enschede.
In eiken in risicogebieden als veelgebruikte fietspaden en bij scholen worden aaltjes uitgezet. Dat zijn actieve jagers die zich in de rupsen nestelen en de plaaggeesten doden. Verder worden bacteriën gebruikt die hetzelfde effect op de processierups hebben en worden bomen ingespoten met biologische bestrijdingsmiddelen die desastreus zijn voor de eitjes.
De combinatie van maatregelen aangevuld met het ophangen van mezenkasten, en als t niet anders kan het wegzuigen van de nesten, moet de overlast verminderen.
Een van de meer natuurlijke maatregelen is het ontwikkelen van biodiversiteit in de stad. "We gaan niet overal maaien. Op sommige plekken willen we plantengroei ontwikkelen waarmee we insecten lokken. Daar zitten natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups bij", legt Scholtes uit.
De gemeente blijft trouwens ook in de wintermaanden bezig met bestrijding van de jeukrups. De oude nesten die nog in de bomen hangen of die door de storm naar beneden zijn gewaaid, moeten worden opgeruimd vanwege de brandharen. Enschedeërs kunnen melding maken van zo'n nest via de website van de gemeente Enschede. Via de button 'melding openbare ruimte' worden de opruimers gealarmeerd.