Bert Eulderink (55) uit Enschede werkt al zijn hele leven fulltime, maar raakte desondanks verstrikt in schulden. Hij leende enorme bedragen voor auto’s. „Schulden maken was mijn verslaving.”
1990. Eulderink, 26 lentes jong, haalde zijn rijbewijs en liet zijn oog vallen op een Renault 18. Spaargeld had de twintiger niet. Maar ach, in de jaren negentig was lenen eenvoudig, zeker als je fulltime werkte. Hij leverde wat gegevens aan, sloot een krediet af en reed binnen no-time in zijn klassieke sportwagen. Hij had een mooie bak, net als zijn vrienden. Hij hoorde erbij.
De auto gaf status en dat voelde verrekte goed. Zeker omdat Eulderink anders gewend was. Hij groeide op in een arbeidersgezin in Losser waar elk dubbeltje werd omgedraaid.
Eulderink verruilde zijn ‘leerauto’ voor een beter model van geleend geld. Enkele jaren later werd hij ‘op slag verliefd’ op een Audi. Het kostte hem 7000 euro, wederom geleend geld. Al snel bouwde hij een schuld van zo’n 16.000 euro op. Stress? „Soms, maar de auto moest blijven.” Ook voor de trouwerij met zijn toenmalige vrouw, de inrichting van de woning in Enschede en de aanschaf van elektrische apparaten als een computer, werden kredieten afgesloten. „Ik loste de ene lening af met de andere, maar dacht: ‘als er nog ruimte is, waarom niet?’”
De geldproblemen trokken een zware wissel op de relatie van het koppel. Die last werd groter na de geboorte van hun zoontje. Ze waren dolgelukkig met hem, maar hoe konden ze hem met de weinige financiële middelen bieden wat hij verdiende? Er waren problemen, heftige ruzies.
De forse stijging van de zorgpremie na het invoeren van het nieuwe zorgstelsel in 2006, was de druppel die de emmer deed overlopen. Eulderink wilde scheiden, voegde de daad bij het woord, en verliet het gezin. Hij was de man die zijn gezin niet kon onderhouden, ging er door zijn hoofd. De schulden nam hij mee.
Op een vrijdagmiddag in 2010 besefte Eulderink dat het echt anders moest. Hij stond 51.000 euro in het rood en had geen geld om zijn zoon te zien. „Mijn zoon kwam om het weekend bij me. Ik had maar vijf euro in mijn portemonnee, dus dat werd hem niet. Toen viel het kwartje.” Hij blikt er geëmotioneerd op terug. „Niemand vertelde me dat het niet kon wat ik deed, en ik ging gewoon door. Schulden maken was mijn verslaving.”
Eulderink ging niet meer mee met uitjes en verjaardagen bezocht hij niet, simpelweg omdat hij geen geld had een cadeautje te kopen. Hij leefde in bittere armoede, met die halve ton schuld voortdurend in zijn gedachten en zonder vrienden om zijn zorgen mee te delen. Tot overmaat van ramp kwam zijn moeder in 2006 te overlijden. Eulderink bestempelt het als ‘de zwaarste periode in zijn leven’. Muziek hield hem op de been. Hij was 25 jaar trommelaar bij verschillende muziekverenigingen in Enschede en Losser. Ook zijn vrijwilligerswerk bij onder andere Culturele Zondag en zijn rol binnen de wijkraad van de Bothoven, gaven energie en vertrouwen.
In 2011 besloot Eulderink de Stadsbank op te zoeken. Hij ging een schuldsaneringtraject in en moest met zijn billen bloot bij zijn werkgever, een aluminiumgieterij in Oldenzaal waar hij nog altijd werkt als kernmaker. Tot zijn eigen verbazing maakt het gevoel van schaamte al snel plaats voor enige vorm van opluchting. Het hoge woord was eruit, en ergens voelde dat goed. Het gaf rust.
Eulderink kocht in totaal tien auto’s met geleend geld. De verkoop van zijn auto beschouwt hij als het dieptepunt van zijn tijd in de schuldsanering. „Het was verschrikkelijk.” Dat Eulderink zijn auto niet op wilde geven, houdt verband met het onverwachte overlijden van zijn broer, die als twintiger een einde aan zijn leven maakte. Samen sleutelde het duo vaak aan auto’s. Met auto’s wilde Eulderink zijn overleden broer dicht bij zich houden.
Het salaris van Eulderink ging rechtstreeks naar de Stadsbank, waar het overgrote deel diende voor het aflossen van schulden en het betalen van vaste lasten. Het budgetbeheer stortte 259 euro op zijn lopende rekening. Met dat bedrag moest hij de maand zien rond te komen. „Ik voelde me de koning te rijk. Als je gewend bent spullen te moeten verkopen om te kunnen eten, voelt dat bevrijdend.”
In 2014 was Eulderink, deels dankzij een kwijtschelding, schuldenvrij. De zogenoemde BKR-registraties weerhielden hem van het maken van nieuwe schulden. Krediet aanvragen was onmogelijk. En dat was maar goed ook. „Ik kreeg geen begeleiding, dus ik had zo weer schulden kunnen maken. Er waren wel hulporganisaties, maar ik trok niet aan de bel vanwege schaamte.” Sinds 6 november 2019 zijn alle BKR-registraties van Eulderink vervallen, iets waar hij erg trots op is. Toch begint de grote uitdaging pas nu. De Twentenaar moet de neiging om terug te vallen in zijn verslaving onderdrukken.
Eulderink staat positief in het leven, werkt hard en is volop aan de slag als vrijwilliger bij evenementen. Hij deelt zijn verhaal om het taboe op armoede te doorbreken en anderen te waarschuwen. „Bedenk goed wat je doet, voordat je gaat lenen. Je weet niet hoeveel ellende het kan brengen. Wie eenmaal in de schulden zit, komt er moeilijk uit.”
2020. Eulderink, 55 jaar oud, is financieel gezond en kan zichzelf een gelukkig mens noemen.
En op de parkeerplaats? Daar staat een glimmende, donkerblauwe Audi. Maar wel gekocht zonder lening.
In de portrettenserie De Boodschap van 1Twente Extra vertellen Enschedeërs hun persoonlijke verhaal over leven in armoede. Ze hebben in armoede geleefd of het is nog steeds dagelijkse realiteit. Hoe ziet zo’n leven eruit? Hoe kwam het zover? En als je praktisch geen geld meer hebt voor een boodschap uit de winkel, wat houdt je dan nog op de been?