Economisch gaat het Enschede voor de wind, maar tegelijk groeit het aantal inwoners dat leeft in armoede. Ook de gemeente verkeert in financiële nood, aldus de burgemeester. "De gemeente is zelf een steuntrekkend arm gezin geworden."
Burgemeester Onno van Veldhuizen is met een dubbel gevoel aan het nieuwe jaar begonnen. "We zijn een rijke en een arme stad", typeerde hij gisteravond op de nieuwjaarsbijeenkomst de huidige situatie in Enschede. Terwijl de stad bloeit en de werkloosheid naar een laagterecord van 5,2 procent daalde, staat de gemeente in de landelijke top als het gaat om armoede. Enschede prijkt op die ranglijst op plek 45 van de 50 grootste gemeenten. Die positie ziet Van Veldhuizen niet snel veranderen.
Het baart hem grote zorgen. "Armoede heeft de neiging zich te handhaven en uit te breiden waar die eenmaal is. Kinderen zijn dan vooral heel kwetsbaar. Zo groeit in Enschede 40 procent niet-westerse kinderen met een migratieachtergrond op in een gezin dat het in het beste geval met minder dan 120 procent van het sociaal minimum moet doen. Veel kinderen hebben te jong te omvangrijke bijbaantjes in supermarkten en bij maaltijdbezorgdiensten om bij te dragen en school lijdt daaronder. Tegelijkertijd lonkt als bevrijding het snelle geld van de criminaliteit. Armoede maakt kwetsbaar en stigmatiseert."
Verwijzend naar de titel van de serie van Tubantia en 1Twente gaf hij aan dat de gemeente de problematiek graag wil "omarmen". Maar hij vroeg zich direct af of Enschede dit kan waarmaken, waarbij hij forse kritiek uitte op het overheidsbeleid. Het heeft de gemeente gemaakt tot "overbelaste en onderbetaalde Haagse franchisenemer". "Die van alles moet, en voor datgene wat mag geen of onvoldoende geld heeft", aldus Van Veldhuizen.
Zo kan het volgens hem niet langer. "Noodzakelijke investeringen worden uitgesteld of minder gedaan. De rekening schuiven we door. Het tafelzilver is grotendeels verkocht, onze spaarrekening heeft in de afgelopen tien jaar acht keer dienstgedaan om klappen op te vangen. We zijn 70 miljoen euro armer en bezuinigden voor 110 miljoen euro op fysieke ruimte, sport, cultuur en veiligheid, op dingen die mochten en niet moesten, zoals zorg en bijstand. De gemeente is zelf een steuntrekkend arm gezin geworden."
Tijdens de bijeenkomst in de brandweerkazerne refereerde Van Veldhuizen als vanzelfsprekend aan de vuurwerkoverlast. Daar heeft het "unieke Burgerbesluit Vuurwerk" niets aan kunnen veranderen. "Je daar niet aan houden, is gewoon illegaal en asociaal en ook niet democratisch. Dat respect lijkt vervlogen. Blijft dat zo, dan zal de vuurwerktraditie niet overleven. Het is ontaard. Hoe dan wel? We gaan wat mij betreft niet wachten op Den Haag, Europa of anderszins."