Gerben Kuitert | Tubantia
Verleden
De opdracht van Nido in Holten - nu Aebi Schmidt - voor het ontwerp van een transportcassette voor de zoutstrooier zorgde vijftien jaar geleden voor de eerste omzet. Niels Markvoort en Christiaan Haverslag hadden namens Saxion stage gelopen bij Nido en mochten nadien hun tanden in de opdracht zetten. Met studiegenoot Rob Lenferink richtte het duo Dynteq op, een bureau voor industrieel ontwerp. Het investeringskapitaal: 150 euro per vennoot.
Na hun studie aan Saxion, waar ze alle drie werktuigbouwkunde studeerden, schreven Markvoort, Haverslag en Lenferink zich in bij de Universiteit Twente. Hun bedrijfje Dynteq verhuisde mee naar de UT-campus, waar de compagnons vijf jaar lang een kantoortje van 11 vierkante meter ter beschikking hadden, in De Bastille.
Pas nadat ze hun studie hadden afgerond werd Dynteq serieus. We zijn van engineeringbureau, dat ontwerpen uitwerkte, uitgegroeid tot een bureau dat complete productontwikkeling doet, prototypes bouwt en test , schetst Rob Lenferink (37). De echte groei zit erin nadat Dynteq drie jaar geleden verhuisde naar een voormalige F-16-hangar op het luchthaventerrein. Hier, op Technology Base Twente, verdubbelde de omzet tot een 1,5 miljoen euro en het aantal personeelsleden tot vijftien. De groei, ruim 20 procent per jaar, was de laatste twee jaren goed voor een Gazelle Award van Het Financieele Dagblad.
Heden
In de voormalige shelter op de vliegbasis is een kast ingeruimd voor producten die Dynteq de laatste jaren heeft ontwikkeld, van een elektronisch fietsslot tot rotatiegegoten brandstoftanks voor de professionele grasmaaiers van Roberine in Enschede. Christiaan Haverslag (37) vindt het nog altijd kicken als hij de bouwmarkt inloopt en daar een heel schap vol 12 volt-tuinverlichting ziet van Techmar uit Hengelo, waarvoor Dynteq de armaturen heeft ontworpen. Dat maakt je werk tastbaar. Zo zit je eraan te ontwerpen en maak je een prototype, en zo ligt het in de winkel.
Dynteq beschikt over een professionele werkplaats met freesbank, lasapparatuur en 3D-printer, waar prototypes gebouwd kunnen worden. Om minder urenfabriek te zijn, zoals Rob Lenferink het noemt, wil Dynteq ook voor eigen rekening en risico gaan ontwerpen. Lenferink: We zijn in sommige gevallen bereid de kosten voor ontwerp gedeeltelijk zelf te dragen en dan een licentie-overeenkomst met de klant aan te gaan, waarbij wij bij elk verkocht product delen in de winst.
Op die basis werkt Dynteq onder meer samen met Babboe, dat bakfietsen voor vervoer van kinderen bouwt. Christiaan Haverslag wijst op het prototype van een elektrische bakfiets, die Dynteq ontwierp voor de Nederlandse marktleider. Er kunnen maximaal vier kinderen in. De crux is dat we een kantelmechaniek hebben ontworpen die deze bakfiets wendbaar én stabiel maakt. In de werkplaats wordt verder gesleuteld aan het prototype van een elektrische cargobike, waarin twee rolcontainers van PostNL passen. Lenferink: Dit vervoermiddel moet in de steden dieselbusjes van pakketbezorgers gaan vervangen. Komende zomer zijn er testen in Amersfoort en Nijmegen.
Toekomst
De drie eigenaren van Dynteq hebben de ambitie hun bureau nog met circa vijf ontwerpers te zien groeien, tot een man of twintig. Dat lijkt ons de ideale schaalgrootte , zegt Lenferink. Op dit moment komt 80 procent van de onze klanten uit Nederland, en daarvan de helft uit de regio. Dat is prima zo. We willen nog meer samen met klanten ontwikkelen dan we nu doen, waarbij we zelf ook risico dragen. Dan verdien je aan de voorkant iets minder en aan de achterkant iets meer.
Object
De Bongo-bakfiets die Dynteq acht jaar geleden ontwierp voor fabrikant Babboo wordt gekoesterd door de drie oprichters. Daarmee is de echte groei van ons bureau begonnen , zegt Lenferink. In die zin markeert de bakfiets een tijdperk: de overgang van een start-up van studenten naar professioneel ontwerpbureau.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Cees Elzenga