Een directe treinverbinding tussen Zwolle en Münster: is dat mogelijk vanaf 2027? De Euregio is een onderzoek gestart naar het verduurzamen, versnellen en het comfortabeler maken van het traject tussen de hoofdstad van Overijssel en de Duitse stad.
Rutger Borgerink | Tubantia
Als je nu met de trein van Zwolle naar Münster wil, moet je overstappen in Enschede en ben je 2 tot 2,5 uur onderweg. Een directe treinverbinding tussen beide steden moet die reistijd verkorten. Daarvoor moet nog wel de spoorlijn tussen Enschede en Münster geëlektrificeerd worden; op het traject rijden nu nog dieseltreinen. Ook het station in Enschede moet aangepast worden voor de rechtstreekse verbinding.
Aantal reizigers groeitDe 'groenere trein moet straks een aantrekkelijk alternatief worden voor de auto, stelt de Euregio, het samenwerkingsverband van overheidsinstanties in de grensregio. Het zorgt ervoor dat universiteiten en hogescholen aan beide zijden van de grens beter verbonden zijn, het vergemakkelijkt de mobiliteit en bevordert de regionale economie.
Volgens de Euregio is het aantal reizigers op de route Münster-Enschede de afgelopen jaren met duizenden per dag gestegen, tot 10.000. De huidige concessie voor het traject loopt eind 2026 af. Het volledig elektrificeren en daarmee upgraden van de spoorlijn, zorgt volgens eerdere studies voor ongeveer 75.000 extra passagiers per jaar, goed voor een aantal van 310.000 per jaar.
Euregio zegt nu vooral ook te willen onderzoeken wat de snellere en frequentere verbinding betekent voor de regio s Zwolle, Twente en Münsterland.
PositiefGoudappel Coffeng, het onderzoeksbureau dat overheden adviseert over mobiliteit, sprak eerder al positief over de plannen voor een directe verbinding tussen Zwolle en Münster.
Het onderzoek wordt financieel ondersteund door de Europese Unie. Ook dragen onder meer de gemeente Enschede, Regio Twente, Regio Zwolle en groot aantal Duitse gemeenten bij aan de kosten van het onderzoek.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Lars Smook