Het zijn er zo’n 400: huurders die om verschillende redenen niet terechtkunnen bij een woningcorporatie en hun heil zoeken in kleine, slechte kamertjes en rommelige panden. Soms bij pandjesbazen die misbruik maken van hun kwetsbaarheid. Tijdens een debat in Pakhuis Oost afgelopen week is hun positie op de kaart gezet.
Initiatiefnemers voor die bijeenkomst waren Jessica Mensink (Tactus) en Marloes Olde Hampsink (Wijjkteams). Beiden hebben in hun praktijk veel te maken met mensen aan deze zelfkant van de woningmarkt. Zij behoren tot de weinige hulpverleners die bij hen over de vloer komen en kennen de situatie als geen ander. “We willen kwartier maken voor deze groep,” vertelt Mensink. “Het gaat hier om mensen die het om heel uiteenlopende redenen niet lukt om een gewone huurwoning te bemachtigen.” Bij die oorzaken gaat het bijvoorbeeld om psychiatrische problematiek, verslaving, schulden of een verstandelijke beperking. Mensink schat dat het in Enschede in totaal om zo’n 400 mensen gaat. “Wij zien de noodzaak om hen beter te helpen. Dat wordt elders ook wel onderkend, maar de urgentie wordt niet altijd gevoeld. Ook niet binnen onze eigen organisaties.”
Knelpunten hebben vooral te maken met slechte woonsituaties en pandjesbazen die naar willekeur kunnen handelen. Mensink: “Deze mensen kunnen nergens terecht en komen niet voor zichzelf op. Ze betalen een hoge huur voor slechte kamers en worden bij teveel commentaar soms zonder pardon op straat gezet. Zij kunnen niets anders dan op zoek naar een volgende pandjesbaas en vaak moet de gemeente dan ook bijspringen. Opvang, een nieuwe maand huur en borg, inrichtingskosten…”
Woningcorporaties - vertegenwoordigd bij het Pakhuis-debat door John Olde Olthof, bestuurslid van van WoON Twente - zien het probleem, volgens Mensink, maar zijn ook voorzichtig. Verhuur aan deze groep leidt niet zelden tot overlast. “Zeker als er geen goede hulp op zit.” En dat blijkt vaak niet het geval. Dit zijn mensen die buiten het circuit verkeren. “Omdat wij er komen, zien we dat er van alles aan de hand is. Maar bij veel van hen is nooit een diagnose gesteld. Zij zijn nooit echt in beeld geweest.”
De drempel naar een gewone huurwoning is ook voor deze mensen zelf hoog, volgens Mensink, niet alleen hoog doordat corporaties huiverig zijn. Aanmelding blijkt een bijna onoverkomelijke horde. Mensink: “Zij hebben geen computer, niet de discipline om dagelijks op zoek te gaan, komen niet door de inschrijfprocedures heen, weten niet de juiste papieren aan te leveren.” Zonder een betere afstemming tussen gemeente, corporaties en hulpverlening, blijft de wooncarrousel voor deze mensen dus draaien. “En daar wordt niemand beter van, zij zeker niet. Slechte woonomstandigheden belemmeren hen verder te komen.”
De bijeenkomst in de studio van het Balengebouw heeft Mensink positief gestemd. “Iedereen heeft hetzelfde belang en de behoefte wordt gezien. In de praktijk komen we niet zo makkelijk bij elkaar, maar er is wel een gave beweging aan de gang. Corporaties staan open voor creatieve oplossingen. Denk aan tijdelijke huurcontracten of een “omklapwoning”, waarbij een huurder zich eerst kan bewijzen. Als de hulp dan op orde is, kun je in zo’n proefperiode stappen maken.” Een omklapwoning wordt een eerste periode gehuurd door een organisatie als Humanitas of Tactus, daarna neemt de huurder hem over. Mensink: “Ik ben blij dat we een lans hebben kunnen breken voor deze groep. Misschien komt er nog een tweede bijeenkomst, dan om na te denken over concrete oplossingen!”
Luister hieronder ook naar het radio-interview dat 1Twente met Jessica Mensink hield.