Twintig nieuwe plekken voor woonwagens zou de gemeente bijna 2 miljoen euro kosten. Dat zegt wethouder Jeroen Diepemaat. Grote flauwekul, zeggen woonwagenbewoners. "De plaatsen liggen er al."
Herman Hendriks trekt wat takken opzij. Daar, in het struikgewas op de hoek van de Ter Kuilestraat en de Twekkeler Es, liggen alle aansluitingen klaar voor zes woonwagens, zegt hij. Want die stonden er ooit. "Riool, stroom, gas, dat ligt hier allemaal nog. Ze moeten alleen de bomen kappen en bestraten. Dan kunnen we hier binnen een maand of acht staan. En het kost geen 1,7 miljoen. Dat is lullificatie."
Ook Frits Pril, voormalig beheerder van het Centrum, verbaast zich over het bedrag. Veel te hoog ingeschat, denkt hij. Vermoedelijk om iedereen te ontmoedigen. Terwijl het juist ook geld kan opleveren. "Verkoop ons die kavels dan. Dan levert het geld op. Er is heel veel vraag naar koopstandplaatsen, maar dat wil de gemeente niet. Die wil alleen verhuren."
Pril heeft zich jaren ingezet voor de belangen van de woonwagenbewoners. Zelfs al zou je honderd plaatsen aanleggen, dan kan nog niet iedereen er terecht, waarschuwt hij. "Ze hanteren een inkomenseis: als je te veel verdient, kun je hier niet wonen."
Woonwagens worden daarbij over één kam geschoren met normale huurwoningen. Daar is het scheefwonen een probleem. Iets dat op een woonwagenkamp niet echt een probleem lijkt. Toch zet Pril er vraagtekens bij. "Als je zegt: nee, er mogen alleen minderbedeelden in, dan creëer je toch achterstandswijken? Alleen arme mensen stoppen ze in woonwagens."
Los daarvan is op het Centrum niet veel plaats meer. De gemeente zou er nog vijf standplaatsen bij willen. Pril weet zo niet waar dat zou kunnen. Er is niet veel ruimte meer over. "Waar moet dat dan, op het voetbalveld?" Maar hij snapt wel dat de gemeente ze graag op het Centrum wil onderbrengen. "Hier worden geen bezwaarschriften ingediend."
Een paar deuren verderop loopt Johanna de Jong net haar woonwagen uit. "Ja, er is vraag naar plaatsen", zegt ze. Families wonen graag bij elkaar en dat lukt nu niet altijd. Er moeten dus standplaatsen bij komen, ook al kost dat geld. "Gewone huizen kunnen er toch ook altijd bij?" Frits Pril heeft daar ook geen bedenkingen over: woonwagenbewoners hebben recht op een plek. "Het is een uitspraak van het Europees Hof, dus het moet gewoon."
Herman Hendriks twijfelt geen seconde. Daar, in het havengebied, op het veldje tussen de bedrijven, daar wil hij met zijn vrouw oud worden. Prachtplek toch?