Twentse onderwereldbankier: €˜Het geld kwam niet uit misdaad €™

Dat bleek woensdagmiddag bij de eerste zitting bij de rechtbank Rotterdam tegen drie mannen die als bankiers van de onderwereld worden verdacht van witwassen van geld uit misdaad. Ook staan zij terecht voor illegaal bankieren.

Deurningen
Een van de verdachten is Waddah A. (59) uit Enschede die eerder dit jaar werd aangehouden toen hij bij zijn tweede vrouw en kinderen in Deurningen was. De andere verdachten zijn Mahmoud K. (50) uit Den Bosch en Mohammed G. (36) uit Amsterdam.

Zij vervoerden diverse keren bedragen tot 300.000 euro contant van het ene naar het andere adres. Het Openbaar Ministerie heeft zeven overdrachten op de tenlastelegging gezet, maar zegt dat er veel meer zijn waargenomen en in het dossier zijn opgenomen. Volgens haar zijn ze onderdeel van een veel groter netwerk. De overdracht van grote sommen geld is in Nederland meldingplichtig. De herkomst ervan moet kunnen worden aangetoond. Is dat niet het geval wordt de eigenaar ervan verdachte en moet die zijn onschuld zien te bewijzen.

Hawalabankieren Volgens de advocaten en de verdachten die alleen Syrisch spreken, is er sprake van legaal handelsgeld en is er sprake van zogenoemd hawalabankieren, het buiten zicht van de overheid geld verstrekken zoals dat in landen als Pakistan of Syrië gangbaar is. Ze wezen erop dat er geen enkel bewijs in het dossier is dat het geld uit misdaad afkomstig is. Ze vinden dat het Openbaar Ministerie te weinig uitdoet op de verklaringen van de verdachten over de herkomst van het geld.

Versluierde taalDe officier van Justitie zette uiteen dat dit juridisch gezien ook niet nodig is de precieze herkomst ervan te weten, als er maar voldoende signalen zijn die daarop wijzen. Verdachten communiceerden met elkaar in versluierde taal. Toen G. werd aangehouden zorgden de twee andere dat ze hun mobiele telefoons zo snel mogelijk kwijtraakten. A. had het met K. over het wissen van de inhoud van het mobiel. Volgens de officier is dat voldoend om te kunnen zeggen dat het geld uit misdaad komt en dat het netwerk dat dus witwaste.

Een belangrijke rol lijkt te zijn weggelegd voor de zoon van de Enschedeër A. die mogelijk in Zweden of Hongarije verblijft. Hij gaf zijn vader opdrachten of aanwijzingen voor bepaalde transacties. In Rotterdam zijn A. dat hij geen adres van zijn zoon heeft. Ze hadden alleen telefonisch contact.

Moskee?De bestemming van het geld dat via dit netwerk van hand tot hand ging, is niet nader onderzocht. De officier zei dat het niet om de bestemming maar om de herkomst gaat. Een van de advocaten merkte op dat het mogelijk voor de bouw van een moskee was bedoeld. Daarover zou ook iets in het onderzoeksstukken staan.

TussenstandDe rechtbank bepaalde dat K. medewerking moet verlenen aan het afleggen bij de politie van een verklaring binnen een maand. K. heeft eerder niet willen verklaren, maar is daar nu wel toe bereid. Ook is er nog getuigenverhoor nodig. Als het adres van de zoon van A. voor het einde van de week door de verdachte bij het Openbaar Ministerie wordt aangeleverd, dan wordt hij ook als getuige gehoord. Anders niet. Alle getuigen moet wordt gevraagd naar de herkomst van het geld en wat K. en A. daarvan wisten. De voorlopige hechtenis wordt donderdag geschorst onder de voorwaarden dat ze Nederland niet verlaten, dat ze hun reisdocumenten inleveren en dat ze geen contact met medeverdachten hebben. G. is al op vrije voeten.

Het is nog onduidelijk wanneer de volgende zitting is.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: eigen foto