Enschede had bijna de primeur. De Prinsessetunnel liep maandagavond weer eens onder water, waardoor voor de eerste keer de tunnel automatisch afgesloten zou worden. Helaas ging de primeur aan Enschede voorbij, omdat maandag aan het begin van de avond het waterpeil in de tunnelbak net onder de tien centimeter bleef steken. De sensoren die de verkeerslichten en de borden boven de tunnelingang bedienen, geven pas een signaal af als het water hoger stijgt dan tien centimeter.
“Maar het werkt wel”, zegt Kees van der Neut van de gemeente tevreden. Als er een volgende keer iets meer regen valt en het water in de tunnel een paar centimeter hoger komt te staan, geven alle verkeerslichten die naar de tunnel leiden blijvend rood en de borden boven de ingangen vertellen verkeersdeelnemers dat de tunnel is afgesloten vanwege hoog water. En daarna is het wachten tot het water is gezakt tot een aanvaardbaar niveau.
De Prinsessetunnel onder het spoor is officieel aangewezen als waterberging. Dat houdt in dat het regenwater zich op die plek mag verzamelen. De gemeente voelt zich niet genoodzaakt de nattigheid weg te pompen. Maar dat betekent wel dat er een systeem gevonden moest worden om verkeersdeelnemers te waarschuwen de hindernis niet te nemen. Dat systeem is tot nu toe nog niet in werking getreden. Overigens zijn er al wel vertegenwoordigers uit Europese steden langs geweest om de Enschedese watertunnel te bekijken.
De afsluiting van de Prinsessetunnel leidde tot de afspraak dat de Tubantiatunnel droog moet blijven opdat het verkeer via de Tubantiasingel z’n weg kan vervolgen. Daar zijn inmiddels zwaardere pompen geplaatst. Die moeten zorgen dat iedereen droog door de tunnel kan. Ook al waken gemeentewoordvoerders daarvoor garanties af te geven.