Als hij thuis wat eerder goede hulp had gehad, was het anders gelopen. Dan was Matthias niet op straat beland, denkt hij zelf. Nu, in het opvanghuis van Humanitas, ziet hij de toekomst met meer vertrouwen tegemoet. "Ik zal het zelf moeten doen."
Hij was twee jaar oud toen zijn moeder overleed. Zijn biologische vader is nooit in beeld geweest. Matthias* belandde in het weeshuis. Hij was drie toen hij werd geadopteerd en naar Enschede kwam. De basisschool doorliep hij moeiteloos. Hij had wel een duidelijk ander kleurtje dan zijn klasgenootjes. "Maar daar heb ik eigenlijk nooit problemen mee gehad."
In het voortgezet onderwijs ging het minder. "Mijn adoptievader was best streng. Dat leidde regelmatig tot ruzie en ik bleef meer en meer op straat hangen. Chillen met vrienden. Als ik dan thuis kwam, was het: 'het is hier geen hotel'. Weer ruzie."
Crisisopvang
Chillen werd kattenkwaad. Kattenkwaad werden 'akkefietjes'. En uiteindelijk 'een beetje handelen in drugs'. Op een avond nam hij de auto van zijn vader mee. De emmer liep over en Matthias werd uit huis gezet. Hij was zeventien jaar.
Na een nacht logeren bij zijn broer belandde hij in de crisisopvang. "Ja, hoe was dat? Vreemd. Het was de eerste keer uit huis. En er zaten kinderen die geestelijk niet in orde waren. Daar paste ik niet bij." Na een half jaartje, kon hij bij jeugdzorginstelling Jarabee begeleid wonen. Ook daar ging het aanvankelijk best goed. "Een wasje doen en de kamer opruimen, had ik wel van huis uit meegekregen. En ik kreeg studiefinanciering en leerde boodschappen doen." Maar school bleef lastig. "Huiswerk maken, daar had ik gewoon geen zin in."
18 jaar
En toen werd Matthias 18. Te oud voor jeugdzorg. Hij was op zichzelf aangewezen. "Of ik daar goed in begeleid ben? Voor mijn gevoel niet." Matthias woonde een tijdje bij een kameraad. Bij Jarabee had hij nog wat geld gespaard. Een kleine 600 euro. Dat hielp alleen in het begin even. En, omdat hij geen geldig woonadres had, kwam er niets voor terug. Geen studiefinanciering, geen uitkering. "Ik had een adres moeten opgeven, maar was helemaal niet met zulke dingen bezig."
Maar hij reed wel op een scooter. Waar hij die mee had betaald, houdt hij voor zich. "Maar geen helm op. Dus boetes. Die kon ik niet betalen." Inmiddels waren zijn adoptie-ouders wel weer meer in beeld. De scooter viel daar wel op. "Die nam mijn vader meteen in. Om de boetes en andere schulden te betalen, verkocht hij ook andere dingetjes van mij." Zijn adoptievader, die een eigen bedrijf had, liet hem daar ook werken. Dat ging niet. Er kwam weer bonje.
Slapen in de tuin
Matthias belandde op straat. Sliep zelfs even in een kas bij zijn ouders in de tuin. "En ik ben een vrij sociaal iemand. Dus er was meestal wel iemand bij wie ik kon slapen." Via een oud contact bij Jarabee kwam hij begin vorig jaar bij TOV terecht, het regionaal opvanghuis voor jongeren van Humanitas Onder Dak.
Daar, zo zegt hij zelf, belazerde hij de boel een beetje. "Ik werkte niet echt mee. Zei bijvoorbeeld dat ik al een baantje had, zodat ik niet aan het werk werd gezet. Misschien had ik het er wel te goed. Ik had een kamer, kreeg een uitkering, het was wel prima zo." Na zo'n drie maand kwam hij, met enige nazorg, op zichzelf te wonen. Hij zou ook teruggaan naar het ROC. Maar de school stelde als voorwaarde dat Matthias die zomer aan zichzelf zou werken. Dat deed hij niet. Dus wilde het ROC hem toch niet terug. Al snel liep het weer helemaal fout. Hij kon de huur niet betalen en kwam weer op straat. Hij belde zijn adoptievader. Die pikte hem midden in de nacht op en wist hem weer bij het TOV te krijgen.
Goede gesprekken
Nu, een paar maand later, gaat het beduidend beter met hem. Een paar 'goede gesprekken' met zijn ouders en begeleider hebben hem erg geholpen. "Ik ben in gaan zien dat het zo niet verder kan. Ik zal het zelf moeten doen." Hij is gegadigde voor een gesubsidieerde arbeidsplek. Met behoud van uitkering. Een bewindvoerder helpt hem beter om te gaan met geld. Hij ziet het leven met veel meer vertrouwen tegemoet. "Maar het gaat van stap tot stap."
Blijft nog een vraag staan. Wat had er moeten gebeuren, zodat hij niet op straat was beland? Ik had betere hulp moeten hebben, toen ik nog thuis was. Er was wel een wijkcoach en een familiecoach. Maar daar had ik niets aan. Die zwaaiden een keer, vertrokken, mijn ouders zaten nog vol en mij kon het al lang niet meer schelen. Dat werkt dus niet."
*De naam Matthias is om privacyredenen verzonnen. Naam en identiteit zijn bij de redactie bekend.© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Google Street View