Met de rug van zijn hand veegt een ietwat gezette jongen het zweet van zijn voorhoofd. Een uurtje in een trampolinepark; dat is leuk én best inspannend. Maar voor vermoeidheid is nu geen tijd. Nog maar half op adem gekomen, maakt hij zich klaar voor zijn volgende sprong: een dubbele salto met een draai. Vanaf een blok springt hij op een trampoline, die hem de lucht in schiet. Hij draait, en draait, maar niet genoeg om goed uit te komen, en landt op zijn nek in een bak vol schuimkussens. Een paar seconden blijft hij liggen, met zijn ogen dicht. Net als mensen zich afvragen of alles wel goed gaat, kruipt hij de bak uit. Lachend. Volgende keer beter.
Gebroken nek
Dat een rare sprong ook anders kan aflopen, ondervond Rico (19), een jongen uit het Brabantse Veghel. Hij brak in een foampit - zoals een bak met schuimblokken heet - zijn nek. Vorige week vertelde hij erover in het programma Radar, dat onderzoek deed naar de veiligheid van trampolineparken. De conclusie? Er valt nogal wat aan te merken op het toezicht en de instructies; die worden vaak niet eens gegeven. Voor het ministerie van Volksgezondheid reden om het onafhankelijke expertisecentrum VeiligheidNL opdracht te geven de veiligheidsbeleving van trampolineparken te onderzoeken.
Dat komt niet te vroeg: de afgelopen jaren nam het aantal trampolineparken fors toe. Alleen al in Nederland is het aantal indoor springparadijzen gegroeid van één in 2011, naar 20 in 2015 en 64 in 2018. Naar verwachting stijgt dat aantal naar 98 in 2019, schrijft horeca-adviesbureau Van Sponsen & Partners in een rapport over de branche.
Onaangekondigd
Hoe zit het in deze regio? We nemen onaangekondigd een kijkje bij de twee trampolineparken die Twente - na het faillissement van Bounz - rijk is; Jump XL in Hengelo en Krazy Kangaroo in Enschede. Het is vrijdagmiddag, in de meivakantie, en buiten is het regenachtig en fris; het perfecte moment voor een middagje indoorvermaak. We - de verslaggever, zijn nichtje Loes en haar buurmeisje Benthe - beginnen in Enschede.
Het is iets voor 13.00 uur niet druk bij Krazy Kangaroo. Bij de kassa helpt een jonge vrouw ons. Of we het vrijwaringsformulier al hebben getekend, vraagt ze. Dat had online gekund, maar hebben we niet gedaan. Ze schuift mij - de meerderjarige van het drietal - er een toe.
Zin 1: Hoewel wij de nodige voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen hebben genomen, is het niet mogelijk om de veiligheid van u en de onder uw verantwoording aanwezige minderjarige deelnemers te garanderen.
Zin 2: Trampolinespringen en de bijbehorende andere activiteiten binnen Krazy Kangaroo zijn gevaarlijke sporten met een verhoogd risico op het oplopen van snijwonden, schaafwonden, kneuzingen en verstuikingen.
Zin 3: Zelfs ernstigere verwondingen kunnen wij niet uitsluiten, wij willen u hiervan bewustmaken.
Vervolgens moet ik, de verantwoordelijke, dertien zaken verklaren, beloven en accepteren. Bijvoorbeeld dat ik niet onder invloed ben van medicijnen, drugs of alcohol, dat ik niet zwanger ben, niet recent geopereerd ben en te allen tijde toezicht houdt op de minderjarige deelnemers met wie ik daar ben. Het formulier besluit met het belangrijkste punt, punt 14: Ik aanvaard alle risico s die verbonden zijn aan de deelname van het trampolinespringen en de bijbehorende andere activiteiten en ik vrijwaar uitdrukkelijk Krazy Kangaroo en aan haar gelieerde derden.
Oftewel, niemand is ergens verantwoordelijk voor, behalve ikzelf.
Regels
Met die geruststellende gedachte betreden Loes en Benthe de hal. Een jumpranger wijst nog snel even op een bord met regels aan de muur, maar daar lopen de meiden - net als vele andere kinderen - zonder te lezen langs. De meeste ouders nemen plaats in een koffiedrinkruimte, van waaruit geen zicht is op het trampolinepark. Vanaf het balkon is dat er wel. Er lopen drie instructeurs rond; twee continu, eentje is er af en toe. Een officiële richtlijn is er nog niet voor - die komt in de loop van dit jaar - maar daarin wordt opgenomen dat er een instructeur per 20 onervaren springers moet zijn. Daaraan voldoet dit trampolinepark.
Wat direct opvalt; de ene jumpranger is de andere niet. Waar de één Loes en Benthe volop instructies geeft en actief door de zaal loopt, leunt een ander ongeïnteresseerd tegen een hek in een hoek. Dat ziet ook een moeder, die eveneens op het balkon toekijkt. Zij, haar man en twee kinderen gaan geregeld naar een trampolinepark, vertelt ze, en meestal springen ze zelf mee. Dat is de beste manier van toezicht houden en van ongelukken voorkomen.
Heftige ongelukken
Daar is een voormalig eigenaar van een trampolinepark in deze regio het volledig mee eens. Hij wil er wel het een en ander over kwijt. Anoniem, dat wel. In de twee jaar dat hij het park bestierde, maakte hij een aantal heftige ongelukken mee. Het is minder veilig dan mensen denken , stelt hij. Ik zou mijn kinderen niet zomaar naar een trampolinepark laten gaan. Als ik er zelf bij ben, weet ik dat ik ze goed begeleid. Maar meestal staan er 15- en 16-jarigen die er in dienst zijn. De vraag is hoe goed zij instructies geven.
Want het is een grote verantwoordelijkheid. Trampolinespringen is per definitie niet echt veilig. Als kinderen kriskras door elkaar springen, is een ongeluk snel gebeurd ( ¦). Het zijn ongewone bewegingen. Je springt en veert, gaat ongecontroleerd door de lucht, landt op een bewegend vlak. En het gaat snel, door de lucht. Je vliegt langs elkaar heen, 99 van de 100 keer gaat het goed. En zelfs als het fout gaat, gaat het vaak nog goed . Maar het gaat ook wel eens echt fout ¦
Goed geregeld
Terug naar het trampolinepark, waar de meiden na een uur - bezweet, maar met alle ledematen nog in goede staat - de hal weer uit komen. Achterin een hoek was er niet al teveel toezicht, zeggen ze, maar verder vonden ze het hier wel goed geregeld. Bij ieder apart gedeelte stonden bordjes, met specifieke instructies voor dat onderdeel. En de foampit, die bij Radar in opspraak was? We hebben er met onze voeten de grond niet geraakt , zegt Loes. We hebben nog gevraagd of we er onze nek konden breken, maar die jongen (een van de jumprangers, red.) zei van niet. Niet hier.
Door naar Hengelo, naar Jump XL. Een park van een andere keten maar met veelal dezelfde trampolines. Ook hier moet eerst een vrijwaringsformulier getekend worden, wordt verwacht dat bezoekers bekend zijn met de algemene voorwaarden, huisregels en veiligheidsvoorschriften. Vlak voor we naar de toestellen mogen, geeft een medewerkster instructies, al zijn ze voor een deel van de gasten nauwelijks te horen; daarvoor staat de muziek wat te hard.
Gevaarlijke situaties doen zich dit uur niet voor. En die hoeven zich ook niet voor te doen, als je maar een beetje uitkijkt, heeft een vader - uitblazend van een uurtje springen - me even daarvoor verzekerd. Toch belandden er in 2017 in Nederland zo n 8000 mensen op de eerste hulp, als gevolg van een trampoline-ongeluk. Hoeveel daarvan er gebeuren in een trampolinepark, is niet bekend. Bij ziekenhuis MST weten ze dat evenmin, laat een woordvoerder weten.
Zorgplicht
In Hengelo gebeurt het in ieder geval zelden, zegt woordvoerder Laetitia Gruwel van Jump XL; slechts 0,06 procent van de jumpers loopt een blessure op. Dat wordt allemaal netjes bijgehouden. We hebben een zorgplicht, mensen moeten goed en veilig kunnen springen. Maar we wijzen ook op ieders eigen verantwoordelijkheid. Het is een sport, daarin heb je kans op blessures. We geven jumpers mee; wees voorzichtig, weet wat je wel en niet kan. Naar aanleiding van het Radar-onderzoek is er bij alle parken nog eens extra op het belang van goede instructies gewezen.
Bij Krazy Kangaroo hebben ze ook hun ongelukken wel gehad, maar de laatste tijd is dat stukken minder , zegt locatiemanager Luana Bilgic. De uitgebreide vrijwaring, die iedereen moet invullen, draagt daar aan bij. We wijzen mensen erop dat ze een park betreden waar risico s zijn, waar sportelementen in zitten. Dit formulier zegt: pas op. Krazy Kangaroo is ook kritischer geworden op het aannemen van personeel. Bilgic: We willen ook mensen met lesgeefervaring, jongens die CIOS of ALO doen. Die herkennen kinderen die dingen willen doen die ze eigenlijk niet kunnen. Terwijl de ene toezichthouder echt toekijkt, kan de andere jumpranger kleine waaghalsjes eruit pikken en aanspreken. Zo n confrontatie laat ze schrikken; de jumpranger kan ze dan helpen een sprong te beheersen. Die kant willen we op.
Allemaal hebben ze een cursus gevolgd, voegt Bilgic toe, en allemaal hebben ze een BHV- en EHBO-diploma. Maar alle ongelukken voorkomen, is onmogelijk. Veiligheid staat voorop, maar ongelukken zitten nu eenmaal in n klein hoekje.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Carlo ten Ellen DTCT