Onbegrijpelijke data, haperende techniek en weinig deelnemers: het project 'samen grondwater peilen' is geen doorslaand succes.
Waren de textielfabrieken er nog maar, dan was mijn kelder droog. Of: je moet de kelder niet leegpompen, want dat trekt juist water aan. Het zijn allemaal aannames, maar klopt het ook? Dat was afgelopen najaar de aanleiding voor een proef waarbij Enschedeërs zelf het grondwater bij hun woning gingen peilen. Gewoon, met een buis in de tuin en een sensor erin die gegevens over de waterstand doorseint aan de bewoner.
'Niet een instantie of een individu bepaalt of er een verband bestaat tussen het grondwaterpeil en het water in de kelder, maar dat doen we samen', zei projectleider Maya van den Berg bij die gelegenheid. 'Meten is weten. Het is fijn om antwoorden te krijgen op vragen waarmee je rondloopt', aldus John Klaver van het begeleidende bedrijf VRM Levellog, dat de sensors leverde.
Het project is inmiddels afgerond, de resultaten zijn binnen. Antwoorden op vragen? Die zijn er nog steeds niet. Elf huishoudens deden mee. Allemaal hadden ze natte kelders, kruipruimtes of tuinen. Een enkeling wilde meer inzicht hebben in de grondwaterstand, de meeste deelnemers wilden gewoon een droge kelder.
Halverwege de pilotperiode had de helft van de deelnemers door technische problemen nog steeds geen sensor. Wie wel een werkende sensor had, snapte de data niet of kon die niet inzien. Bij de laatste bijeenkomst waren er nog steeds problemen met de techniek. Zo werkte de batterij van de communicatiemodule niet naar behoren. Wel gaven alle deelnemers aan graag verder te willen gaan met het meten. Ook al omdat ze vaststelden dat de periode veel te kort was om conclusies uit te trekken.
Daarmee is het zelfmeetproject niet direct een groot succes. Toch noemen de projectbegeleiders het in hun eindverslag 'een waardevolle gezamenlijke ervaring'. Het ging immers om een kortlopende pilot, die uiteraard ook bedoeld is om problemen in kaart te brengen. 'Er ligt nu een basis om op door te bouwen'.
Dat gebeurt ook. De deelnemers blijven in elk geval voorlopig meten en het bedrijf VRM blijft ze begeleiden, samen met Things Network Twente. Het idee is om in de toekomst meer deelnemers te hebben, zodat er meer data verzameld kunnen worden. Dat kan ook andere informatie zijn, zoals gegevens over luchtkwaliteit of omgevingsgeluid.
Met meer deelnemers kan er 'een beweging' ontstaan van inwoners, een 'community', die informatie deelt. Meer data bezorgt overheden interessante gegevens, en bedrijven kunnen sensors aan particulieren verkopen. Maar de kelders van de elf deelnemers zijn tot hun teleurstelling nog steeds nat. Want, zo stellen de projectbegeleiders eerlijk: bewoners en projectpartners hadden over het experiment 'hoge verwachtingen die niet altijd overeenkwamen'.