Jos Eertink (1938) is als geboren Enschedeër -opgegroeid in Hengelo en met een middelbare schooltijd in Almelo- een Twentenaar in hart en nieren. Al sinds zijn studententijd op de Universiteit Twente is hij actief als dichteren laat zich hierbij inspireren door de stad. Hierdoor staat hij al sinds jaar en dag bekend als 'Stadsdichter van Enschede'. Speciaal voor ons onderzoeksproject 'Enschede Aan Zee' schrijf hij een gedicht over Enschede en haar strijd met het water.
Als het water van maart gezakt is,
blijkt pas hoe verzadigd we zijn.
't Sijpelt door de markt en singels,
vindt altijd een reden om dieper
te gaan, tot het vocht opgehoopt
pleinen boller doet staan.
Het kan stormen boven Twente,
maar onze hoofden blijven droog.
De stadswal die in dromen rijst
zal nooit de poorten dichten.
Vlak voor het ontwaken zien we
druipende gezichten.
Water is steeds schappelijk, kiest
z'n routes toch gemakkelijk. In de
war staan we samen om de vijver
van het Volkspark. Met een stok
slaat iemand woedend door de
spiegel die vertroebelt.
Verderop wordt er gegraven in
de lange straat naar Oldenzaal.
Een ander denkt te weten dat ze
een berging maken voor regen;
voor de oorzaakloze zondvloed,
waaraan niemand schuldig is.