1Twente onderzocht hoeveel waterschapsbelasting de inwoners van Enschede in de afgelopen tien jaar hebben afgedragen en hoeveel daarvan terugvloeide in de vorm van waterprojecten. Dat gaat om een paar procent: 1,5 tot 2 miljoen van 115 miljoen afdracht. Tijdens het waterdebat dat dinsdagavond plaatsvond in het Balengebouw waren de drie waterschapspartijen die zich daarover uitspraken opmerkelijk eensgezind. Er moet meer waterschapsgeld naar de stad.
‘Ik denk dat we de laatste jaren al steeds meer doen in de steden,’ stelt Wim Stegeman, lid van het Dagelijks Bestuur van Vechtstromen en lijsttrekker van de CDA waterschapsfractie. ‘En dat is ook terecht. Het merendeel van de belasting wordt opgehaald in de steden.’ Hugo Tromp (CU-lijsttrekker) noemde zijn partij een “ingezetenenpartij”. ‘Wij vinden dan ook dat de stad meer aandacht nodig heeft.’ Partijgenoot en afzwaaiend lijsttrekker Jan van Hoek beaamde dat. ‘Voorstellen in die richting kunnen dus steun verwachten. Het grondwater in een stad als Enschede is gestegen. Wil je dat water niet in je kruipruimte hebben, dan zul je wat moeten doen en creatief moeten zijn. Waar dat mogelijk is, moet je dat water zichtbaar maken, dan hou je de stad koel en maak je het ook weer meer beleefbaar.’
Hans van Agteren, oud-wethouder van Enschede met water in zijn portefeuille en nu lijsttrekker voor de Algemene Waterpartij, had zich al uitgesproken. ‘Vooropgesteld, mijn samenwerking met het waterschap is altijd goed geweest. Maar als ik kijk naar de investeringen van de afgelopen tien jaar in de stad, dan vind ik dat magertjes. Ik ben dan ook zeer verheugd dat mijn collega’s dat met me eens zijn.’
De reacties in de Enschedese raad op de cijfers waren wisselend. Voor Marc Teuteling van Burgerbelangen waren de cijfers geen verrassing. ‘Dit is een bekend beeld. De afgelopen jaren is er behoorlijke druk uitgeoefend door ons college. Het waterschap mede daarom een minimale extra bijdrage geleverd bij de Stadsbeek. Het waterschap heeft de afgelopen jaren heel erg gefocust op het buitengebied en de boeren en daarbij de stedelijke omgeving enigszins verwaarloosd. Enschede is een van de steden in Nederland die hier het meest last van heeft en kan wel wat extra hulp kan gebruiken. Dat betekent dat het waterschap dus een groter percentage zou moeten besteden aan de gemeentelijke waterproblematiek.’
Gertjan Tillema kende de cijfers niet maar heeft wel “het gevoel dat er iets scheef zit”. ‘Het beeld is wel dat er in het buitengebied veel meer wordt geïnvesteerd dan in de stad. Klimaatverandering en verstedelijking zorgen er voor dat er in de komende periode extra investeringen nodig zijn, ook in de stad. De vragen die dit oproept zijn dus terecht; het is heel zinvol om met elkaar, dus ook met het waterschap, het gesprek weer eens aan te gaan. Nu kijk ik er veelal op de auto-pilot naar.’
Zowel Ayfer Koç (CDA), als Yara Hümmels (PvdA) en Robin Wessels (GroenLinks) geven aan niet te weten dat maar een paar procent van het door de stad opgebrachte geld ook daadwerkelijk naar de stad terugvloeit in de vorm van concrete waterprojecten. Koç en Hummels vinden dat nader onderzoek op zijn plaats is. Hummels: ‘We moeten het niet zwart-wit benaderen - wat Enschede opbrengt, hoeft niet een op een terug naar de stad te vloeien. We zijn met z’n allen verantwoordelijk voor het hele gebied, de solidariteitsgedachte. Water houdt zich niet aan stadsgrenzen en investeringen op andere plekken kunnen heel nuttig en belangrijk zijn.’ Wessels heeft dezelfde reactie: ‘Je moet het geld daar besteden waar het nodig is. Ik heb niet de indruk dat het waterschap daarin verkeerde keuzes maakt.’ Hummels voegde daar aan toe dat Enschede wel voor een grote opgave staat. ‘Opbrengsten en investeringen moeten daar wel aan gerelateerd zijn.’
Samengevat lijkt er een vruchtbare bodem te liggen voor hernieuwd gesprek tussen Enschede en Vechtstromen. En, als dat zo is, kon dat weleens een belangrijke steun in de rug betekenen voor de aanpassingen die nodig zijn om de stad klimaatbestendig te maken.