Zou Enschede vele honderden jaren geleden zijn grachten hebben bezongen zoals Amsterdam in talloze liedjes het water in de hoofdstad adoreert? Het is niet aannemelijk. Want zijn grachten in de tegenwoordige tijd niet zelden de pareltjes die een stad een schilderachtig aanzien geven, eeuwen terug werd het water vooral als bittere noodzaak gezien. De gracht bood bescherming tegen indringers van buitenaf, leverde bluswater bij branden en diende als open riool waar stedelingen hun rotzooi in kwijt konden.
Poorten
De geschiedenis van de grachten in Enschede gaat eeuwen terug. Het Enschede in de middeleeuwen, in oude geschriften en documenten getypeerd als kleyne Stadt in Overijssel, was destijds een plaats van geringe omvang. Met in het midden de Oude Markt en daaromheen een paar straten. Tussen de grachten, een buytengrachte en een binnengrachte, bevond zich een wal met twee poorten die toegang verschaften tot de stad: de Veldpoort en de Espoort. De gracht moet naast de huidige Walstraat en Noorder- en Zuiderhagen hebben gelegen. In het Enschede van vandaag de dag moet de Veldpoort worden bedacht in de Marktstraat ter hoogte van het kuispunt De Graaff en de Boekhandel Broekhuis. De Espoort stond aan het begin van de Langestraat, ongeveer waar vroeger de firma Platvoet schijfwaar en andere kantoorbenodigdheden verkocht.
Stadsarchief
Wat is er nu nog in het stadsarchief terug te vinden over de grachten? Wie even wat naspeuringen doet stuit bijvoorbeeld op wetenswaardige documentatie uit 1976. De bouwplannen voor de Hofpassage, het enkele jaren geleden alweer verdwenen winkelcentrum dat als doorgang diende tussen de Langestraat en het H.J. van Heekplein, leidde dat jaar letterlijk tot diepgravend onderzoek naar de herkomst van de grachten in Enschede. Een uitputtend rapport van de destijds in Amersfoort gevestigde Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) maakt tot in detail veel duidelijk. Zo valt te lezen dat de binnengracht in 1331 voor het eerst in documentatie wordt vermeld. De watergang moet voor 1319 zijn gegraven, denkt de ROB, die schrijft dat de gracht 3,5 meter diep en 20 meter breed was. Die afmetingen kunnen overigens variabel zijn geweest, het is mogelijk dat de gracht later is verbreed. De gracht werd gedicht na de stadsbrand van 1862. Als vulling diende het puin dat resteerde na het verwoestende inferno.
Memorabel
Maar er is in het memorabele jaar 1862, net als 2000 (vuurwerkramp) een ijkpunt in de geschiedenis van Enschede, nog veel meer in de gedempte gracht gegooid. Toen op die 7de mei de brand uitbrak in een houten huis in de Kalanderstraat en de stad vervolgens in enkele uren nagenoeg volledig afbrandde maakte paniek zich vanzelfsprekend van de Enschedeërs meester. De ontzetting was zo groot dat de inwoners zo ongeveer al hun kostbaarheden in de smerige gracht gooiden. De overlevering wil dat er onder de Walstraat, vermengd met het puin van de stadsbrand, voor kapitalen in de grond verscholen moet zitten.
De buitengracht heeft een korte levensduur. Deze gracht moet omstreeks 1400 zijn gegraven en heeft voor een groot deel onder het huidige Van Heekplein gelegen. De gracht werd in 1597 gedempt ('toegeworpen', schrijven de onderzoekers van de ROB) in opdracht van prins Maurits. De binnengracht blijft dan nog dienst doen als reservoir voor bluswater. De buitengracht moet 4 meter diep zijn geweest, de breedte valt tussen de 10 en 20 meter moeilijker in te schatten. Aldus vermeldt de bodemkundige studie van de ROB.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Frans Nikkels