Verkeer
Stuur appje
Zoek
Je bekijkt nu een artikel uit het archief
Dit artikel is niet geoptimaliseerd voor de huidige 1Twente-website. Hierdoor kan het voorkomen dat de opmaak wegvalt, er media ontbreekt en/of metadata incorrect is.
Nieuws
Enschede

Annegreet van Bergen: €˜Dit is de beste tijd om in te leven €™

372281 694 1

Voor haar tweede boek over hoe Nederland in een halve eeuw tijd steeds welvarender is geworden, kon Annegreet van Bergen rijkelijk putten uit haar jeugd in Enschede.

Het kwam door een verse ananas. Annegreet van Bergen (1954) stond in de keuken van haar Zutphense huis het ontbijt te bereiden. Daar hoorde vers fruit bij. Ananas. Een druilerige novemberochtend in 2011. Op de radio werd gezegd dat er om 10 uur live verslag zou worden gedaan van de nieuwe dekkingsgraad van het ABP. Live! Zo belangrijk was het. Nederland was in crisis.

Alleen, was dat wel zo? Toen moest ik denken aan vijftig jaar eerder, begin jaren 60. Op een dag vlak voor kerst werd bij ons thuis op de Bruggenmorsweg in Enschede aangebeld. Door iemand van Overduin, de delicatessenzaak aan de Haaksbergerstraat. Die bracht één verse ananas. Mijn vader was bedrijfsleider bij een drukkerij en dan kreeg hij aan het eind van het jaar wel vaker relatiegeschenken. Maar een ananas! Mijn zusjes en ik wisten helemaal niet dat er verse ananas bestond. We kenden alleen de schijven en stukjes uit blik van Del Monte. We vonden het geweldig. Het ding bleek uiteindelijk niet te eten. Droog en weet ik wat. Maar als ze toen, in 1961, hadden gezegd dat het vijftig jaar later heel gewoon was dat overal verse ananas voor een schappelijke prijs te koop was, had niemand het geloofd.

Zo kwam ze op een idee voor een boek. Ik wilde in kaart brengen wat ik ooit had gehoord, namelijk dat het reële inkomen per hoofd van de bevolking sinds de Tweede Wereldoorlog was verviervoudigd. Historisch gezien is dat ongekend. Alleen, cijfers zeggen niks. Vervijfvoudigd had ik ook geweldig gevonden. Verdrievoudigd ook.
Waar hadden de Nederlanders in de praktijk van alledag de toenemende welvaart aan gemerkt? Dat werd de vraag en het boek kwam er: Gouden jaren. Ze schreef over de eerste auto s en televisies, de betere gezondheidszorg en bellen bij de buren. Ik zou een educatief boek schrijven over waar we het over hebben als het gaat over economische groei. Dat was het idee. Dat is het ook geworden. Ze is even stil, lacht dan breeduit. Maar zo wordt het niet gelezen.

Symbolisch
Bij de eerste lezingen die ze gaf toen het boek was verschenen, vertelde Annegreet van Bergen enthousiast over Snowworld, een kunstsneeuwbaan die in Limburg is gebouwd boven op een mijn. Dat is voor mij zo symbolisch voor hoe Nederland veranderd is. Een mijn waar mensen vies en gevaarlijk werk deden. Waar mensen omkwamen tijdens het werk. Daar zitten nu, op een junidag, kinderen in sneeuwpakken en ze gaan er skiën. Vind ik geweldig, maar daar hoorde ik niemand over.

Lezers reageerden wel op wat ze herkenden uit hun eigen leven, vaak dicht bij huis. De kolenkachel, de radio, riolering, de was doen met de hand. Eén keer in de week in de teil, want een douche was er nog niet. Van die dingen. Het boek bleek één grote herinneringsfabriek te zijn. Een feel good boek op basis van economische feiten. Mensen gingen elkaar verhalen vertellen over wat zij hadden meegemaakt met een plee buiten.

Wringer
Vaak is één woord genoeg om de herinneringsfabriek te laten draaien. Zeg wringer en beelden komen boven van moeder - of vader, als hij al hielp - die de natte was door een wringer draaide. Centrifuge? Nooit van gehoord, nog niet uitgevonden of veel te duur. ,,De ene herinnering haalde de andere op. Daar is het succes aan te danken. Van Gouden jaren werden 300.000 exemplaren verkocht.

En nu is er een vervolg: Het goede leven.

Met daarin een breed spectrum: roken en stoppen met roken, popmuziek, tandenpoetsen, telefoneren, loonzakjes, Dolle Mina, ziekenfonds of particulier. De ondertitel vat het goed samen: hoe Nederland in een halve eeuw steeds welvarender werd.

Bakfietsen
Bij lezingen en via de mail hoorde ik zo veel nieuwe dingen dat ik met gemak een tweede boek kon samenstellen. Zo hoorde ik dat er vroeger wasmachines voor één dagdeel verhuurd werden. Ik wist het niet, maar afgelopen zondag kwam weer iemand het vertellen. Ze werden meestal op bakfietsen gebracht en gehaald. Ook op driehoog achter kon het. Die wasmachines waren minder zwaar dan nu, er zaten nog geen centrifuges in. De verhuurder droeg ze zo de trap op.

Veel tips van lezers zijn verwerkt in het boek, maar regelmatig put Annegreet van Bergen ook uit haar jeugd in Enschede. We woonden aan de Bruggenmorsweg. Dat was toen een B-weg. Met gaten en geen trottoir. Mijn moeder hielp de gemeente. Met de as uit de kachel gooide ze de gaten in de weg dicht. Dat was toen heel gewoon. Ik bof met de ouders die ik heb gehad. Ze zijn in zekere zin representatief voor de ontwikkelingen die ik heb beschreven. Zij werden jong van school gehaald en hebben zich door hard werken tot zekere welstand opgewerkt. Die ervaring is representatief. In dat opzicht ben ik een legitieme bron. Als kind van een huisarts of een textielarbeider had ik veel minder uit mijn eigen ervaringen kunnen putten, denk ik.

Vooruitstrevend
Ze zat op Het Enschedees Lyceum. Gemiddeld genomen hebben wij het altijd goed gehad. Mijn ouders waren vooruitstrevende mensen. Ze vonden het belangrijk dat wij gingen leren. Ze namen ons mee naar de tandarts. Lezen vonden ze heel belangrijk. Daar kon ik goed uit putten. We hadden relatief vroeg een auto, maar televisie waren we laat mee. Zo kon ik mooi beschrijven hoe gewoon het was bij de buren televisie te kijken.

Annegreet van Bergen werd journalist. Daartoe was ze economie gaan studeren. De School voor Journalistiek stelde in de jaren 70 niet veel voor. En ik wilde na mijn gymnasium ook graag een academische studie doen. Ik vond het stoer om economie te studeren. Mocht ik mislukken als journalist - dat kan, je moet er gevoel en aanleg voor hebben - had ik altijd een interessant vak om de kost mee te verdienen.

Cum laude
Mislukken deed ze bepaald niet. Eerst studeerde ze cum laude af en werd de eerste vrouw op de financiële redactie van de Volkskrant en daarna van het Financieel Economisch Magazine. Later de eerste vrouwelijke chef van de economieredactie van Elsevier.

Econoom in hart en nieren ben ik nooit geweest. Wel ben ik op veel verschillende terreinen verslaggever geweest. Zo krijg je een goed beeld van wat er door de jaren heen verandert. Ik ben geen modellenbouwer die weet wat de overheid zou moeten doen. Je hebt van die commentatoren die precies menen te weten waar het aan schort bij het overheidsbeleid. Ik niet. Ik kan het achteraf allemaal heel goed verklaren, maar ik kan niet vooruit zien.

Toekomstvoorspellingen
Bij de crisis in 2011, waar uiteindelijk Gouden jaren uit voortkwam: ,,Ik had geen zin om met andere economen en economische journalisten mee te doen om hoe het verder zou gaan. Al die scenario s. Ik geloof niet zo in toekomstvoorspellingen. Ik zeg altijd: ze hebben één ding gemeen, ze komen toch niet uit.
Ergens halverwege het boek houdt ze een pleidooi voor de zondagsrust. Ik ben volstrekt niet kerks of gelovig, maar ik vind een bepaald ritme belangrijk. Een gezamenlijk moment van rust hoort daar in. Het is mentaal gezond en gezellig om rust te hebben. Anders gaan alle dagen op elkaar lijken. Je moet er toch niet aan denken dat er ooit op zondag zou worden geheid. Natuurlijk is het soms praktisch dat Albert Heijn op zondag open is, maar het is goed om grenzen te hebben. Continu rennen heeft zo zijn prijs. Dat mensen een burn-out krijgen verbaast me niks.

Balans
In 2000 publiceerde ze De lessen van burn-out, een boek over wat zij heeft geleerd van haar burn-out. ,,Als je jong bent, wil je alles meemaken. En er valt ook zo veel mee te maken. Het is moeilijk om in balans te blijven.

In het slotwoord bij Het goede leven concludeert ze dat het huidige tijdperk het beste is om in te leven. Mij dunkt. Natuurlijk ken ik de tegenwerping: er is nog altijd armoe. Maar dat is toch echt relatief. Mijn grootouders van moeders kant waren arm. Opa een ongeschoolde textielarbeider, oma ziekelijk. Ze is jong overleden aan de bijwerkingen van een middel tegen reuma. Ze woonden aan de Alleeweg. Als zij zouden weten dat als je nu arm bent je wel een douche hebt, een tv, centrale verwarming, telefoon, noem maar op, zouden ze het nooit geloofd hebben. Het niveau van de welvaart is omhoog gegaan. Al blijft het naar om de minste te zijn. Dat was toen, dat is nu zo, dat zal altijd zo zijn. Maar ik kan me geen tijd voorstellen waarin ik liever had geleefd. Zelfs niet in de hogere klassen uit de 19de eeuw. Zij hadden gebrekkige gezondheidszorg en hygiëne. Ze stonken uit hun mond. Ik kijk met plezier naar BBC-series over de 18de en 19de eeuw. Dan moet ik altijd lachen om die acteurs met hun stralende gebitten. Ze moesten eens weten wat voor ellende het was, met name op tandheelkundig gebied.

Welvaart
De welvaart heeft zich verspreid over Nederland. Verschillen tussen provincie en Randstad zijn kleiner geworden, weet Annegreet van Bergen. Ze was in haar klas de eerste op Het Enschedees Lyceum met een T-shirt, vertelt ze trots. In 1970 was dat in Enschede bijzonder, maar later hoorde ik van vriendinnen die in Amsterdam waren opgegroeid dat bij hen T-shirts al heel gewoon waren.

Ossenworst
In haar studietijd maakte ze kennis met ossenworst. Zo lekker! Had ik in Enschede nog nooit van gehoord. De verschillen zijn nog lang gebleven. Midden jaren 80 woonde een van mijn zusjes in Hardenberg, ik in Amsterdam. Ik had iets gemaakt met chorizo erin. Wilde zij ook, maar in heel Hardenberg was toen geen chorizo te koop. Heb ik haar chorizo gestuurd per post. Hoeft niet meer. Alles is nu overal.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. Foto: Carlo ter Ellen
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.