Afvalverwerker Twence wordt door de Twentse gemeenten niet verkocht, maar gaat verder als duurzaamheidsbevorderaar. En de Duitse stad Münster mag als aandeelhouder toetreden. Dat is wat de algemene vergadering van aandeelhouders van Twence heeft besloten. Een ruime meerderheid, die bij elkaar meer dan 70 procent van de aandelen bezit, wil verder met Twence als een bedrijf dat zich meer gaat richten op het opwekken van duurzame energie en hergebruik van afvalstoffen.
De discussie begon vorig jaar met een voornemen van de gemeente Almelo om Twence te verkopen. Ook Enschede wilde dit onderzocht hebben. Maar alleen Almelo en Oldenzaal, samen 16,1 procent van de aandelen, zijn daar voorstander van.
De toetreding van Münster wordt akkoord bevonden door een grote meerderheid, die bij elkaar eveneens meer dan 70 procent van de aandelen bezit. Dat betekent dat met de stad nu de gesprekken kunnen beginnen over de voorwaarden van die toetreding. Die onderhandelingen gaan onder meer over de prijs en de omvang van het aandelenpakket.
Münster zou ongeveer 15 procent van de aandelen willen hebben. Meerdere Twentse gemeenten zijn tegen de uitgifte van nieuwe aandelen, wat een verwatering van het aandelenpakket zou betekenen: hun eigen aandelen worden dan minder waard.
Het is nu de vraag wat Almelo en Oldenzaal gaan doen. Deze gemeenten zouden hun aandelen, samen dus 16,1 procent, aan Münster kunnen overdoen, wanneer een meerderheid van aandeelhouders daar mee instemt. Die benodigde toestemming zou echter door een wijziging van de statuten van Twence ongedaan gemaakt kunnen worden. Almelo en Oldenzaal kunnen hun aandelen overigens ook overdoen aan een van de huidige aandeelhouders.