NRC-journalist Karel Smouter schreef een boek over de boerenprotesten en een lijvig artikel over paasvuren. Rode draad: de overheid kijkt me een grote afstand naar het platteland en problemen rond stikstof en fijnstof, maar ziet de sociale betekenis van plattelandscultuur over het hoofd. Hij was gast in het Twents Kwartearken.
Nog een week en het is weer zover. Aan de rand van Nederland, ook in Twente, kleurt de horizon op allerlei plekken oranjerood. Paasvuren zijn onderdeel van het leven op het platteland, al generaties lang. Was dat altijd een onbezorgd feestje, waar honderden mensen bijeen kwamen op een weiland, in de huidige tijd gooien stikstof en fijnstof roet in het eten.
Smouter neemt geen stelling in zijn boek of artikelen, maar werpt wel de vraag op of er vanuit Den Haag niet te eenzijdig - te technocratisch, misschien - gekeken wordt naar gewoonten en waarden die honderden jaren zijn ingeslepen in de ziel van plattelandsgemeenschappen.
“De overheid heeft milieudoelstellingen, kijkt met een zeker afstand en abstractie naar fijnstof- en stikstofoverschrijdingen en zegt: ‘Jongens, we gaan handhaven.’ Wat ik me afvraag is of we voldoende rekenschap geven van wat er aan sociale duurzaamheid nodig is in een land. Straks zijn we heel duurzaam, maar hebben we geen samenleving meer.”
Zo’n paasvuur is een ritueel, een ontmoeting waar een hele cultuur omheen hangt. Overgeleverd van generatie op generatie, heel letterlijk. De baokebouwers van weleer gaven het ritueel door aan de jongeren. Smouter bezocht onder andere de baokebouwers in Espelo. ‘Dit is een half jaar van ons leven’, vertelden die hem. ‘En als dit er niet meer is, zou er helemaal niks meer zijn in Espelo.’
Smouter: “Die jongens gaan ook samen de hei op, met de boswachter. Om de bomen weg te halen die de hei in de weg staan.” Het is te simpel om te denken dat je dat paasvuur-ritueel kunt vervangen met een licht- en lasershow, wil hij maar zeggen.