Meedenken over de invulling van de stad zonder de bouwplannen daadwerkelijk te kunnen zien. Daarmee heeft Rob Kolner te maken wanneer hij in de Gehandicaptenraad de belangen behartigt van slechtzienden. Zo kreeg hij pas bij de opening van het nieuwe marktplein voor het eerst een beeld van waarmee hij zich bemoeid had. Volgens hem is het een grote uitdaging om een stad ook voor slechtzienden toegankelijk te maken.
"Als je 100 slechtzienden op een rijtje zet, zijn ze allemaal verschillend", vertelt Rob Kolner. "Het is ontzettend moeilijk voor mensen om te begrijpen hoe het is om blind te zijn. Mensen zien me soms lopen en zijn geïnteresseerd hoe ik het dagelijkse leven doorkom. Ik kan daar gerust uren over doorpraten. Zelfs voor slechtzienden onder elkaar is het niet altijd makkelijk om elkaar te begrijpen. Ik ben op latere leeftijd blind geworden en kon autorijden en hardlopen. Omdat ik daarover kan meepraten, vergeten sommigen nog wel eens hoe ze me het beste kunnen begroeten. Dan claxonneren ze naar mij of roepen ze mijn naam en verwachten ze dat ik direct weet wie ze zijn en dat ik naar ze terugzwaai.”
Rob Kolner is al meer dan 15 jaar actief als ervaringsdeskundige bij de gehandicaptenraad en Stichting Bartiméus, een instelling die zich richt op blinden en slechtzienden. Na zijn 30e is zijn zicht steeds verder achteruit gegaan en inmiddels heeft hij slechts voor een half procent aan zicht.
"De beste manier om duidelijk te maken aan de buitenwereld dat je een visuele beperking hebt, is door een taststok bij je te dragen", adviseert Kolner. Ik merk wel eens dat een blinde zijn of haar taststok niet meeneemt als diegene op pad is met iemand die kan zien. Mensen kunnen dan onmogelijk weten dat ze onzichtbaar zijn voor die persoon. Daarnaast: als je als slechtziende zonder stok of hulphond schade veroorzaakt, ben je aansprakelijk. Het is cruciaal dat mensen de kans krijgen om rekening met slechtzienden te houden."
Een veilige leefomgeving voor slechtzienden kan volgens Kolner alleen behaald worden als buitenstaanders weten hoe er met deze groep moet worden omgegaan. "Er wordt te weinig voorlichting gegeven aan basisscholieren", vindt hij. Ik heb zelf gastlessen gegeven aan basisscholen en je merkt gewoon dat deze lessen een grote impact hebben op jonge kinderen. Ook mensen uit andere culturen snappen niet waar ze naar kijken als ze mij op straat zien. Zij kennen de taststok niet, dus denken ze dat ik op straat goud aan het zoeken ben. Ik heb wel eens gevraagd aan de lokale instanties of er meer voorlichting op dit gebied gegeven kan worden. Zoals altijd maakt geldgebrek dit niet mogelijk", baalt de geboren Hengeloër.
Volgens het Oogfonds hebben meer dan 300.000 Nederlanders een visuele beperking, waarbij het de verwachting is dat dit aantal de komende jaren explosief gaat toenemen. Bij de helft van de vastgestelde oogaandoeningen kan permanente blindheid of slechtziendheid voorkomen worden. Daarbij meldt het Oogfonds ook dat slechts 3% van de Nederlanders aangeeft alle alarmsignalen te kennen die wijzen op een oogaandoening.
De 64-jarige Kolner is positief over de verbeterde toegankelijkheid voor gehandicapten in Hengelo. Voor slechtzienden valt er echter nog veel te winnen. "Ik heb wel eens een discussie gehad met leden van het college, waarin zij mij vertelden dat de goten die door de Enschedesestraat lopen, fungeren als geleidelijnen. Onzin! Geen enkele blinde gaat een goot volgen met de gedachte dat dat hem ergens brengt. Daarnaast leidt één van de goten je rechtstreeks naar het terras van Stravinsky. Dat is geen oplossing, maar dat wordt dan maar geaccepteerd door de leden in de raad die wél goed kunnen zien."
Ook het gemeentehuis is volgens Kolner totaal niet ingericht met blinden in het achterhoofd. "Er is geen route naar het gemeentehuis, ik moest ergens voor ingeschreven worden en ik kwam uit bij een grote betonnen muur. Iemand die daar toevallig stond, moest me de weg wijzen. Er zijn verder ook geen plannen in het vooruitzicht om een geleidelijn aan te brengen die je naar de deur brengt. Daarnaast maakt de display waarmee je een aanvraag kan doen geen gebruik van audio. Ik kon daardoor niet zelfstandig het inschrijfproces doorlopen."
Tijdens de laatste keer dat 1Twente met Rob Kolner sprak, waren de lokale verkiezingen een onderwerp van gesprek. Ook dit voorjaar moesten de visueel beperkte Hengeloërs de stembus zien te vinden voor de provinciale staten, maar zorgden de stakingen binnen het openbaar vervoer voor onzekerheid.
"In Winterswijk werd, ten tijde van de ov-stakingen, de dienst AutoMaatje ingeschakeld om de treinreizigers die in het weekend naar de stad kwamen voor een bijeenkomst naar het centrum te brengen. In Hengelo zouden ze dit in de toekomst ook moeten doen. Dat kost alles bij elkaar maximaal een paar honderd euro, waar praten we dan over?"
ANWB AutoMaatje is een vervoerservice waarbij vrijwillige chauffeurs mindermobiele plaatsgenoten vervoeren. De chauffeurs gebruiken daarvoor hun eigen auto. Je betaalt een onkostenvergoeding van 0,35 euro per kilometer aan de vrijwillige chauffeur. Het is een lokaal initiatief zonder winstoogmerk.
Voor mensen die moeten vertrouwen op een stok en hun gehoor, is de opkomst van de elektrische fiets geen pretje. "Het worden er alleen maar meer en die dingen razen met ongekende snelheid voorbij. Als een elektrische fiets met volle snelheid de hoek omkomt, kan het gewoon niet zo zijn dat de bestuurder naar zijn omgeving gekeken heeft." Kolner pleit om deze reden voor een snelheidsverlaging voor fietsers in de binnenstad.
"Als je met 15 kilometer per uur aangereden wordt, beland je waarschijnlijk in het ziekenhuis. Elektrische fietsen rijden het dubbele van deze snelheid. Als fietsers in de binnenstad nog maar 15 kilometer per uur mogen rijden, krijg je veel minder ongelukken", besluit Kolner.