Taalles tijdens het gymmen: het is voor leerlingen in Enschede al heel normaal. Mariëlle Siebelt, directeur van IOK De Globe in Enschede, heeft een methode bedacht die taalachterstand aanpakt, maar ook eventuele motorische achterstand. Dinsdag werd de nieuwe lesmethode gepresenteerd voor honderden belangstellenden in Sporthal Het Diekman in Enschede.
"Het mooie is dat leerlingen op een andere manier taal verwerven. Als we op een andere manier taal aanbieden is het voor kinderen veel leuker. Daarnaast onthouden ze het ook nog beter. Hierdoor zien we dat de woordenschat vooruitgaat en daarbij verbetert ook de motoriek. Dus eigenlijk is het een win-winsituatie", legt Mariëlle Siebelt uit.
De kinderen krijgen tijdens de les onder meer kaartjes met verschillende lichaamsdelen. "Hier hebben we bijvoorbeeld kaartjes met de keel, de kuit, de knie. Alle onderdelen van het thema 'lichaam' komen hier terug. Kinderen gaan in tweetallen in gesprek over een onderdeel, bijvoorbeeld de buik. Daarna gaan ze samen een gymonderdeel doen en gaan ze lekker bewegen."
Bij het onderdeel Taal in de Gymzaal krijgen leerlingen uit groep 3 een kaartje met woorden. "Die woordjes moeten de kinderen goed uitspreken. Vervolgens gaan ze dobbelen en weer een onderdeel doen in de gymzaal. En als ze daarmee klaar zijn komen ze weer terug voor een nieuw kaartje met woorden."
Tijdens de bijeenkomst dinsdag in de Diekmanhallen in Enschede kregen honderden belangstellenden onder andere een uitgebreide presentatie van Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie. Hij liet zien waarom het bewegend taalleren zo goed is. "De motorische circuits in je brein hebben een enorme overlap met de cognitieve circuits. Bij het bewegend leren activeer je het brein op verschillende manieren en dat is precies wat nodig is", zegt Erik Scherder.
Hij is uitermate positief over de nieuwe lesmethode. "Kinderen zitten veel overdag. Dit nieuwe programma is een optimale verrijking van het brein. Ik zou wel willen dat dit in heel Nederland zou plaatsvinden. En dan niet tijdelijk, maar als vast onderdeel van het curriculum. Je doet de kinderen daarmee enorm veel plezier."
Daarnaast zijn er volgens de hoogleraar nog meer voordelen. "Er is nog steeds een bewegingsarmoedepandemie. Op deze manier kun je het zitten onderbreken. En dat onderbreken leidt tot minder risico op hart- en vaatziekte, op overgewicht en op diabetes type 2. Dus je hebt ook een algemene gezondheidswinst."
Het is ook de droom van Mariëlle Siebelt om de lesmethode in heel Nederland uit te rollen. "Ik hoop dat het straks overal zichtbaar is. Misschien niet in deze vorm, maar ik vind het belangrijk dat kinderen gewoon veel meer gaan bewegen. Zeker als je dan ook nog ziet dat de taalachterstand minder wordt. Deze combinatie is dan heel mooi: dat je beiden kunt verbeteren."