Het is 4 mei, Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam, net na achten. Even daarvoor blaast Glanerbrugger Jeroen Schippers de taptoe, het is twee minuten stil. En dan staat daar plotseling op het spreekgestoelte de 17-jarige Loewana Weiss uit Enschede. Ze spreekt in heldere taal een monoloog uit over de lotgevallen van haar familie en de Sinti in de Tweede Wereldoorlog. Twee minuten duurt haar verhaal. Ze maakt indruk.
“Een heel bijzondere ervaring. Iedereen werd stil. Twintigduizend, misschien wel dertigduizend mensen op de Dam, een paar miljoen voor de tv. Ik stond echt te trillen maar je zag het niet.” Loewana kreeg ontelbare berichtjes ‘dat ik het zo goed had gedaan’.
Ze kende de tekst van haar monoloog zo’n beetje uit haar hoofd. “Het ging zelfs beter dan bij het oefenen.” De tekst gemaakt door Renée Buys van de Theatermakerij vertelde het verhaal van de Sinti zoals het bij Loewana via haar opa binnenkwam. “Toen ik zijn verhaal hoorde, heb ik er wakker van gelegen. Ik dacht: hoeveel angst zouden ze hebben? Daar denk ik steeds over na. Zoiets wil ik niet meemaken. Toen ik m’n speech had gehouden, was het emotioneel voor mezelf.”
En zo vertelt ze van de SS’er die zo van de muziek van de Sinti hield dat hij ze een kans gaf om te vluchten. “Als hij dat niet had gedaan, was ik hier niet.”
Haar vader en opa Kobus waren mee naar Amsterdam. Ze kreeg een kettinkje met haar naam, ging naar de make-up, at samen met andere genodigden, repeteerde vijf minuten, kreeg een plekje in de kerk en liep daarna naar de Dam. Ze ontmoette koning Willem Alexander en koningin Maxima –‘die waren echt heel lief’- minister-president Marc Rutte en de voorzitter van de Tweede Kamer. “De koning zei dat mijn verhaal de meeste indruk achterliet.”
Loewana leerde zo zelf ook over de achtergronden en de regels van de Sinti. “Mijn moeder is gewoon Nederlandse. Sommige van die regels paste je dus niet toe. Een aantal hebben te maken me de Tweede Wereldoorlog. Tattoos hoor je bijvoorbeeld niet te hebben, want die herinneren aan de oorlog. Die kregen ze van de Duitsers.”
Haar respect voor haar eigen bevolkingsgroep is gegroeid. “Ik ga wel anders naar dingen kijken. Ik weet waar ik vandaan kom. Vroeger werd er nooit over gepraat, nu wel. Het is belangrijk dat hun verhaal wordt doorgegeven aan de kinderen, want je wilt niet dat het weer gebeurt.”
Binnenkort mag Loewana ook in het voormalig doorvoerkamp Westerbork tijdens een special herdenking voor Sinti en Roma haar verhaal vertellen. Dat doet ze graag al wordt het daar wel een ander verhaal.