Enschedeërs vertellen staatssecretaris hoe ze mensen op de fiets krijgt: ‘Je kunt het beter een autocafé noemen’
Wat moet er gebeuren om meer mensen op de fiets te krijgen? Over die vraag bogen Enschedeërs zich donderdagavond in wijkcentrum Het Stroinkshuis, voor de gelegenheid omgedoopt tot ‘Fietscafé’. Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat organiseert de avonden op vier plekken in het land, om inwoners te betrekken bij haar beleid. In Den Haag, Joure, Meerssen en dus ook in Enschede wordt nagedacht hoe de fiets vervoersmiddel nummer één kan worden. “Geef mensen een vergoeding.”
Zo’n vijftig mensen zaten er in het zaaltje in Stroinkslanden. In drie rondes werden zij aan de tand gevoeld over welk vervoermiddel ze het meest gebruiken, waar ze tegenaan lopen als het om fietsen gaat en hoe het gebruik van die fiets gestimuleerd kan worden.
Ideeën
Een vergoeding voor mensen die de fiets pakken, meer fietssnelwegen zoals de F35, het oplossen van knelpunten en het verder ontwikkelingen van de app Enschede Fietst. Het is een greep uit de diverse ideeën die ter tafel kwamen.
Medewerkers van het ministerie luisterden. “Ik heb vanavond veel goede ideeën gehoord”, zegt Liset Verschoore, coördinator van het participatie-adviesteam. “Dat levert voor het ministerie veel input op die we later kunnen gebruiken.”
Het ministerie verzamelt de antwoorden en neemt die mee in eventuele wet- en regelgeving. De staatssecretaris was zelf overigens niet aanwezig. Zij sprak de deelnemers toe met een opgenomen video.
Problemen
Tijdens de gesprekken, die in kleine groepen plaatsvonden, werd ook over veiligheid en specifieke problemen gepraat. “Ik kan met mijn velomobiel (een gestroomlijnde ligfiets, red.) de bochten op sommige plekken niet maken. Dat heb ik vandaag kunnen aangeven”, aldus één van de deelnemers. “Hopelijk kunnen ze hier ook iets mee doen.”
Cartoons
Een tekenaar gaf een creatieve twist aan de avond. Bas Köhler maakte, met alle input die de deelnemers gaven, live cartoons. Dit zorgde voor hilarische momenten. Vooral toen aan het einde van de avond een deelnemer benoemde dat het wel zonde was dat het een fietscafé heette. “Volgende keer kunnen we het beter een autocafé noemen.” De deelnemer merkte dit op omdat de avond voornamelijk bedoelt is voor fietsliefhebbers. Het ministerie zou er volgens haar meer aan hebben om ook automobilisten uit te nodigen. “Dan kunnen we met die mensen in gesprek.”
Gerelateerd
