Opnieuw zijn ze kampioen van Nederland. Jongens A1 van volleybalclub Twente ‘05 uit Enschede won afgelopen zaterdag de NK-finale van Kalinko uit Den Haag, net als vorig jaar. En da’s niet het enige. Eerder pakten dezelfde jongens al titels bij landelijke schoolkampioenschappen en lieten ze zich zelfs wereldwijd gelden met een plek op het WK in Brazilië. Bovendien is het Enschedese team hofleverancier van spelers in Jong Oranje. “Ik deed eigenlijk niet veel aan sport, tot ik in de eerste klas gerekruteerd werd.”
Saai beginnen de successen nog niet te worden. “Je moet wel gefocust blijven”, zegt teamlid Michael Janssen over het eindtoernooi op het hoogste niveau van de Nederlandse jeugdcompetitie. “Je moet wel blijven winnen.”
De goede prestaties komen mede door de verwevenheid met het schoolvolleybal bij Bonhoeffer College aan de Bruggertstraat in Enschede. “We zijn allemaal leerlingen van die school. Daar begonnen we als schoolteam, maar we spelen nu allemaal bij Twente ’05 om ook binnen de clubcompetitie ervaring op te kunnen doen.”
Op de middelbare school worden talentvolle leerlingen al jong gevraagd voor deelname aan het schoolteam. Dat gebeurde ook Max Venema. “Ik deed eigenlijk niet veel aan sport. Tot ik in de eerste klas gerekruteerd werd.” Inmiddels zit hij in VWO 5. Na de lessen wordt er door het team totaal zo’n tien uur per week getraind, in de gymzaal van school en bij de club. En dat werpt zijn vruchten af.
De jongens mochten vorig jaar zelfs naar Brazilië om het wereldkampioenschap schoolvolleybal te spelen namens Nederland. Ze behaalden daar een tiende plek. “We hadden vooral pech met de poule-indeling”, verklaart Max. “De uiteindelijke nummer één en twee zaten bij ons in de groep: Turkije en Chinees Taipei.” Laatstgenoemde team kwam van een volleybalinternaat. “Zij trainden zes uur per dag en hadden eens in de twee weken weekend.”
Ook over het team van Turkije viel nog wel wat te zeggen. “Die hadden gewoon hun nationale team onder 18 gestuurd. Dat was voor het toernooi even ingeschreven op dezelfde school, zodat het aan dit toernooi mee konden doen. Vonden wij een beetje slap.”
Drie spelers uit het Enschedese team spelen ook in Jong Oranje. Michael is een van hen. “Ik weet niet of ze daar helemaal begrijpen wat wij doen. Dat we Nederland ook nog vertegenwoordigen op een andere manier, in schoolverband. Maar ze vinden het gaaf dat we ook op die manier nog veel toernooien kunnen spelen. Je maakt twee keer zoveel mee.”
Samen volleyballen op school, samen op de club, in heel Nederland en zelfs aan de andere kant van de wereld. Maar zat worden de jongens niet van elkaar. “Af en toe heb je een conflict of ben je nog geïrriteerd over een spelletje tijdens de training, maar vaak is het heel leuk. We zijn heel hecht, hebben een heel gezellig team.”
Voorlopig is het even rustig. “Er komen wel weer landelijke schoolkampioenschappen aan in juni, maar we zijn individueel allemaal goed genoeg om daar onvoorbereid naartoe te gaan”, sluit Max af. Hij is zelfverzekerd. “In de afgelopen vijf jaar dat ik er op school zit, hebben we nog nooit verloren.”