Een team van de Universiteit Twente in Enschede doet al maandenlang onderzoek naar de Enschedese Vuurwerkramp. Het was de bedoeling dat dit onderzoek dit voorjaar zou worden afgerond, maar de resultaten laten langer op zich wachten.
Het onafhankelijke onderzoek wordt verricht in opdracht van de Tweede Kamer, zo werd november vorig jaar aangekondigd, en wordt uitgevoerd door een team van de vakgroep Bestuurskunde. Daarbij spitst het zich toe op de vraag hoe de overheid beter lessen kan trekken uit rampen zoals de vuurwerkrampen in Enschede en eerder al Culemborg.
Het was de bedoeling dat het rapport dit voorjaar zou worden gepresenteerd. Maar dat gaat niet lukken, zo laat UT-woordvoerder Laurens van der Velde desgevraagd weten aan RTV Oost. Het onderzoek blijkt dermate complex dat het toch meer tijd vergt dan aanvankelijk gedacht.
"Zoals het er nu naar uitziet, wordt het na de zomervakantie. Zo rond september", aldus de zegsman. Omdat het onderzoek politiek gevoelig ligt, worden er tussentijds geen mededelingen gedaan over de laatste stand van zaken. "Gedurende het onderzoek betrachten we volledige radiostilte."
Aanleiding voor het UT-onderzoek naar de Vuurwerkramp is de aangenomen motie van Kamerlid Rense Leijten van de SP. In die motie wordt opgeroepen om de "bevindingen van onderzoeker Paul van Buitenen te betrekken in een onafhankelijk onderzoek naar de Vuurwerkramp in Enschede en de afhandeling daarvan."
Oud-Europarlementariër en klokkenluider Paul van Buitenen schreef eerder al een omvangrijk rapport over de Vuurwerkramp, maar trok zich gefrustreerd terug toen er na de presentatie van zijn onderzoek maar niets gebeurde. Bij de Vuurwerkramp op 13 mei 2000 werd de wijk Roombeek van de kaart geveegd. Daarbij vielen 23 dodelijke slachtoffers te betreuren, onder wie vier brandweermannen, en bijna 1.000 gewonden.