Als de plannen in de Regionale Energiestategie, zoals ze er nu bij liggen, worden uitgevoerd, dan zijn ze alleen al vanwege de capaciteit op het elektriciteitsnet onhaalbaar. Daarvoor waarschuwt netbeheerder Enexis in een quickscan die onlangs is uitgevoerd voor gemeenteraadsleden. Op een aantal elektriciteitsstations, waaronder in Enschede en Almelo, is het krapte zelfs niet met meer met fysieke aanpassingen (uitbreidingen) te verhelpen. De oplossing zit in het aanpassen van de plannen.
De Regionale Energiestrategie bestaat uit verschillende fase. In de eerste fase, 1.0 genoemd, is vooral gefocust op de opdracht om in 20230 minstens 1,5 TWh aan duurzame energie op te wekken en wat daar voor nodig is. In Twente zou het gaan om 39 windturbines, 688 hectare aan zonnevelden en 382 hectare aan 'zon op dak'. In de RES 2.0 worden concrete zoekgebieden aangewezen om die opdracht te vervullen. En met name met zoekgebieden voor windturbines zijn gemeenten terughoudend.
De verhouding tussen wind en zon wordt door Enexis ook als voornaamste reden genoemd dat de huidige plannen niet haalbaar zijn. De energietransitie heeft nogal wat gevolgen voor het stroomnet. Want waar windturbines - bij genoeg wind - in principe 24 uur per dag inzetbaar zijn, leveren zonnepanelen alleen overdag. Voor een optimale invloed op het elektriciteitsnet pleit Enexis voor een verhouding van 60 procent wind tegen 40 procent zon in de opwekcapaciteit. Volgens de laatste analyse van de netbeheerder is de verhouding in Twente 23 procent wind tegen 77 procent zon.
Dat is een verslechtering van de onbalans ten opzichte van de RES 1.0 die in 2021 is vastgesteld. Reden is volgens Enexis dat er in deze analyse ook rekening is gehouden met de plannen voor zonnepanelen op daken, dat er meer zonneprojecten zijn bijgekomen en dat er bovendien windprojecten zijn afgevallen.
Concreet hebben de Twentse energieplannen tot gevolg dat er op 15 van de 17 elektriciteitsstations in Twente knelpunten ontstaan. Alleen aan de Van Heekstraat en de Vechtstraat in Enschede zijn er geen knelpunten, maar het feit dat deze stations in stedelijk gebied liggen bemoeilijkt het aansluiten van projecten. Bij 8 elektriciteitsstations denkt Enexis het knelpunt voor 2030 te kunnen verhelpen, meestal door fysieke uitbreiding.
Lees verder onder de afbeelding
Op 6 stations is er nog geen oplossing in beeld. Daarvan zijn er 4 stations (Enschede Vlierstraat, Almelo Urenco, Losser en Vroomshoop) waar een fysieke uitbreiding, door ruimtegebrek, sowieso geen optie meer is. Dat vraagt volgens Enexis om 'systeemefficiëntiemaatregelen'. En daar wordt in principe mee bedoeld dat de RES-plannen zich zouden moeten aanpassen aan de capaciteit.
Hoewel er in Vroomshoop en Almelo volgens Enexis goede kansen liggen voor een zogeheten Smart Energyhub, waarbij het 'te veel' aan opgewekte energie (overcapaciteit) niet wordt teruggeleverd op het overvolle elektriciteitsnet, maar rechtstreeks wordt afgezet bij afnemers in de buurt. In Zwolle wordt bijvoorbeeld gekeken of op deze wijze een rioolwaterzuiveringsinstallatie van duurzame energie kan worden voorzien.
In Enschede doet Enexis een andere suggestie om het knelpunt op te lossen. Door de zonneprojecten te vervangen door (meer) windturbines - en deze beter te verdelen met het elektriciteitsstation op bedrijventerrein De Marssteden - zou er genoeg ruimte op het netwerk kunnen ontstaan. Maar windenergie heeft in Enschede niet de voorkeur: afgelopen week stelde de provincie 'onder voorbehoud' zoekgebieden voor 2 of 3 windturbines langs de N18 bij Usselo vast. Enschede wil voor zij turbines toestaat eerst de resultaten van onderzoek naar landelijke afstandsnormen afwachten.