Superschattig: het broedseizoen is volop in gang en dan worden er veel reekalfjes geboren. Her en der liggen de diertjes in het hoge, Twentse gras te rusten. Ieder jaar moet Wildbeheereenheid (WBE) West-Twente wandelaars, vooral met honden, waarschuwen om juist niet in de buurt te komen van de diertjes.
Pasgeboren reekalfjes zijn een gemakkelijke prooi voor vossen en wolven. Hun veiligheid wordt grotendeels geborgd doordat reekalfjes geen geur afgeven. Roofdieren kunnen de kalfjes dan niet goed vinden. “Het ree is gevoelig voor geuren, als een reekalf een andere geur heeft dan de eigen geur, dan wordt het door de moeder niet herkend als een veilig kalf van haar zelf. De binding is dan nog niet sterk genoeg”, aldus Jan Kreijkes, vicevoorzitter bij WBE West-Twente.
De moeder (reegeit) likt haar kalfjes droog, zodat ze geurloos zijn. Wanneer een mens of hond het diertje aanraakt, wordt het jong niet meer benaderd door de moeder ree en sterft het een hongerdood. “De natuur laat juist het dier het overleven door het zogenaamd hulpeloos achter te laten”, aldus Kreijkes. Vaak liggen de diertjes in het hoge gras te rusten met de moeder altijd in de buurt.
Er dichtbij staan is al gevaarlijk, zegt Kreijkes: “Je laat een geurspoor achter als mens naar het kalf toe. Dat schrikt sowieso de reegeit af. Bovendien volgen andere dieren zoals een das of een vos het geurspoor van de mens. Deze dieren zijn zo ingesteld op de mens; ze weten inmiddels dat er kans is op eten.” Een klein reekalfje wordt dan prooi voor de vos.
“Reeën zitten niet alleen in natuurgebieden, maar ook in het boerenland. Er staan veel borden, zowel bij bospaden als op gebied van grondeigenaren. Zo geven we een stukje voorlichting aan het publiek dat geniet van onze mooie, Twentse natuur”, zegt Kreijkes. Op de borden staan algemene gedragsregels gericht op het omgaan met reeën in het veld.
WBE is begonnen als vereniging van jagers. “Vroeger had iedereen een eigen jachtveld. Wild kent een groter leefgebied. Jagers hebben vroeger besloten dat ze samen een verantwoordelijkheid hebben om samen het wild in Nederland te beheren en handhaven. Het werkgebied van de eenheid West-Twente is de gehele gemeente Wierden, grote delen van de gemeenten Rijssen-Holten, Hellendoorn en delen van de gemeenten Almelo en Hof van Twente.
De waarschuwingen zijn nodig omdat er toch mensen zijn die de kalfjes oppakken omdat het er zielig uitziet. Niet alleen kan het kalf een hongerdood sterven, maar ook kunnen kalfjes stress ervaren door contact met mensen of honden en dan is de dood mogelijk een gevolg. De WBE roept op om niet de dierenambulance te bellen: de moeder ree is altijd in de buurt, ook al zie je die niet. Niet alleen de eenheid West-Twente kampt met deze problemen, ook de rest van Nederland heeft hiermee te maken.
“Honden mogen buiten de bebouwde kom op zich loslopen, alleen niet in het veld. Het moet dan wel aangegeven zijn. Staan er ergens borden dat honden aan de lijn moeten en ze lopen toch los, dan ben je in overtreding van de wet natuurbescherming. Dat is strafbaar gesteld in de wet economische delicten. Dan bestaat er kans dat je een sterretje achter je naam krijgt.”
Er ligt nog meer gevaar op de loer tijdens het broedseizoen: “Grasmaaien: dat gebeurt met grote machines en met grote snelheid. Niet alleen reeën zijn dan in gevaar, maar ook hazen en broedvogels”, zegt de vicevoorzitter. Reekalfjes die in het hoge gras liggen, zien de boeren of maaiers niet. Er zijn verschillende methodes om de reekalfjes te beschermen. De vrijwilligers van vogelwerkgroep Geesteren voeren bijzondere reddingsoperaties uit bij het maaien. De dieren worden opgespoord voor het maaien en vervolgens omheind zodat de maaier er omheen moet.
Overdag is Jan Kreijkes hovenier en in zijn vrije uren zet hij zich in voor WBE West-Twente. “Het is bijna een baan, maar het is vrijwilligerswerk.” Lid worden van de Wildbeheereenheid West-Twente? Dat kan via hun website.