De kruitdampen van het nogal explosieve debat over een nieuw zwembad in Enschede zijn na een week nog steeds niet neergedaald. Op social media plaatste Burgerbelangen Enschede, de coalitiepartij waarvan bij de stemming drie raadsleden ontbraken vanwege een vakantie, dit weekend een kleine terugblik op het debat. En dat viel blijkens de reacties niet bij alle leden van de oppositie in goede aarde.
De gemeenteraad stemde maandag 15 mei het voorstel van het college weg om (minstens) 30 miljoen euro te investeren in de bouw van een nieuw zwembad op Het Diekman. Belangrijkste reden om niet mee te gaan in het voorstel was het ontbreken van een financiële dekking voor de exploitatiekosten à 360.000 euro per jaar. Alleen de oppositie stemde tegen, waardoor het voorstel het normaal gesproken alsnog zou halen. Maar door het ontbreken van drie BBE-raadsleden, nota bene de partij van wethouder Niels van den Berg, was de coalitie in de minderheid.
In een verklaring op Facebook reageert BBE als een gebeten hond op de uitkomst van het debat (namelijk dat er voorlopig geen nieuw zwembad kan worden gebouwd). “Burgerbelangen heeft zich altijd hard gemaakt voor een passend zwembad en het is dan ook treurig dat de gemeenteraad tegen het raadsvoorstel voor een nieuw zwembad heeft gestemd”, staat op Facebook en LinkedIn.
De drie BBE-leden ontbraken onder meer vanwege een huwelijksreis en een reis ter gelegenheid van een 40-jarig huwelijk. De teleurstelling van de lokale partij is dan ook vooral gericht op de oppositiepartijen: “Het is zeer jammer dat naast onze coalitiepartners VVD, PvdA en CU er geen enkele partij in de gemeenteraad is, die ook hun inwoners een goed zwembad gunnen.”
Met name die laatste zin schiet bij sommige mensen in het verkeerde keelgat. “Schaamteloos”, zegt CDA-raadslid Mart van Lagen over het stukje op social media. Hij vindt het een verdraaiing van de feiten. Andere (oud-)raadsleden reageren op Facebook of LinkedIn. “Met stijgende verbazing dit stukje gelezen”, aldus Piet van Ek van de SP.
“Gaan jullie nou net doen alsof wij geen zwembad willen in Enschede?”, vraagt Volt-raadslid Erik Kemp, die verder aangeeft de discussie liever in de raadzaal te voeren. En PVV’er Hidde Heutink: “Online afschuiven op de oppositie terwijl jullie maar 1 taak hadden: niet op vakantie gaan terwijl je moet stemmen.”
Ondertussen is de gemeenteraad nog altijd in afwachting van een brief waarin het college tekst en uitleg geeft over het zo desastreus verlopen debat. Behalve dat het zwembadvoorstel werd weggestemd, is er ook een op het college gerichte motie van afkeuring aangenomen. In beide gevallen is het de vraag: wat ging er mis en hoe moet het nu verder?
De brief zou na Hemelvaartsdag komen maar is nog niet verstuurd. Waarschijnlijk wordt dat dinsdagmiddag. De verwachting is dat er op korte termijn niet heel veel meer duidelijk wordt over de toekomst van de zwembaden, omdat wethouder Niels van den Berg vorige week aangaf daarover eerst met de verschillende fracties in gesprek te willen.
Algemene lijn in de gemeenteraad is dat het beoogde zwembad te veel geld kost en dat daar met twee rechttoe rechtaan baden te weinig voor terugkomt. Door politici, maar ook door inwoners, wordt daarbij verwezen naar andere gemeenten waar nieuwe zwembaden voor ogenschijnlijk minder geld kunnen worden gebouwd.
In Haaksbergen zou bijvoorbeeld 21 miljoen nodig zijn voor een (subtropisch) recreatiebad met sportbad. Uit bestudering van deze kostenberekening is te concluderen dat beide situaties zich moeilijk met elkaar laten vergelijken. Zoals ook de eerder geraamde kosten van het zwembad op Het Diekman (18,2 miljoen) niet direct te vergelijken zijn met de 30,2 miljoen die vorig week maandag voorlag.
Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat de ruim 30 miljoen in Enschede het totale kostenplaatje is, dus inclusief btw-kosten. In de eerder benoemde 18,2 miljoen die in 2021 was voorzien blijken deze kosten niet meegenomen te zijn, waardoor het totale bedrag in feite toen al meer dan 22 miljoen euro was.
Ook zijn in het afgewezen zwembadplan van Enschede de kosten voor de aankoop van grond (2,5 miljoen), een investering in de buitenruimte van het zwembad (1,2 miljoen) en extra duurzaamheidsmaatregelen (1,2 miljoen) meegerekend. Kosten die weliswaar noodzakelijk zijn voor een optimale realisatie van het zwembad, maar die los staan van de bouw van het pand zelf.
En zo is een vergelijking tussen de genoemde 21 miljoen voor een subtropisch bad in Haaksbergen en de twee sportbaden in Enschede er ook eentje van de categorie appels en peren. In het Haaksbergse scenario is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met BTW-kosten, wat betekent dat er bruto zo’n 26 miljoen voor het subtropische bad moet worden neergeteld.
Maar dan nog: een eerlijkere vergelijking zou zijn om twee vergelijkbare baden naast elkaar te leggen. Ook dat is een scenario wat in Haaksbergen is onderzocht: sloop van het recreatiebad De Wilder en in plaats daarvan een 21 x 12,5 meter wedstrijdbad en een instructiebad van 16 x 10 meter. De kosten worden hiervoor geraamd op (btw meegerekend) 20 miljoen euro.
Al met al denkt de gemeente Haaksbergen een ‘twee-baden-concept’ zoals in Enschede dus zo’n 5 miljoen euro goedkoper te kunnen uitvoeren. Waar dat verschil in zit? Een deel zal komen doordat de afmetingen (in Enschede gaat het om een 21 x 25 meter en 15 x 25 meter) groter zijn.
Daarnaast is het in berekeningen onduidelijk of in het Haaksbergse scenario een beweegbare vloer is meegerekend, zodat de diepte veranderd kan worden. In Enschede was dat in ieder geval wel zo. Ten slotte lagen de beoogde baden in Enschede in twee afzonderlijke ruimten. Dat betekent ook wat voor de relatief dure maatregelen voor de klimaatbeheersing: een zwembad is in feite een grote technische installatie.