Net als het nieuwe zwembad in Enschede, krijgt de zogeheten Huiskamer van de Stad te maken met een ongekende stijging van de kosten. De aanbestedingsprocedure voor de verhuizing van de bibliotheek van de huidige locatie aan de Pijpenstraat naar het Wilminkplein is afgelopen vrijdag geëindigd. Waar twee jaar geleden rekening was gehouden met een investering van 13 miljoen euro, is er nu maar liefst 26,6 miljoen euro nodig. Desondanks wil het college door met het project.
De bibliotheek, het Wilminktheater, poppodium Metropool en Kaliber willen aan het Wilminkplein een plek creëren 'om te leren, te ontmoeten en te ontdekken'. Een huiskameridee dus. Een pand met een open karakter, dat zorgt voor meer levendigheid aan het Wilminkplein, waar (bijna) letterlijk tussen de boeken gedanst kan worden. Daarvoor moet het huidige Wilminktheater flink verbouwd worden.
In de zomer van 2021 stelde de gemeenteraad van Enschede een krediet van 13 miljoen euro beschikbaar voor de verhuizing van de bieb. De vier culturele partners zouden 4 miljoen daarvan moeten ophoesten, de andere 9 miljoen zou uiteindelijk gedekt worden door middel van een huurverhoging. Niet lang daarna ging er een aannemer aan de slag met de verdere inkleuring van het project.
In de loop van vorig jaar werd al duidelijk dat het project vanwege inflatie, stijging van bouwkosten en tekort aan personeel tot tientallen procenten hoger zou gaan uitpakken. Zo hoog, dat de aannemer en de gemeente er samen niet meer uitkwamen en het contract ontbonden. Een versoberde invulling van het zogeheten Muziekkwartier heeft namelijk niet de voorkeur van de gemeente en de culturele partners.
In de nieuwe aanbestedingsprocedure die de afgelopen maanden is doorlopen komt uiteindelijk één inschrijving uit de bus. Dura Vermeer denkt de huiskamer te kunnen realiseren met een totale begroting van 28,5 miljoen. Daar blijft, na een bezuiniging nog 26,6 miljoen van over. Met andere woorden: de begrote kosten zijn in krap twee jaar tijd verdubbeld. "De markt zit op dit moment niet mee", aldus wethouder Jeroen Diepemaat.
Het contract met de vorige aannemer was ontbonden, omdat het college dacht dat er met een nieuwe aanbesteding betere voorwaarden te krijgen waren. "Het is moeilijk te zeggen of het toen goedkoper had gekund dan nu", zegt Diepemaat. "Het waren namelijk niet alleen de kosten, maar ook de risico's bij nieuwe tegenvallers of kostenstijgingen waarom we er niet uit kwamen. Die risico's zouden bij de gemeente komen te liggen."
Desondanks pakt het aanbestedingsbedrag hoger uit dan verwacht. "We wisten dat het hoger zou worden, daar hielden we rekening mee. Maar zo hoog, dat was ook voor ons een verrassing." Als de gemeenteraad besluit om de verhuizing van de bieb te laten plaatshebben, dan zijn extra kosten voor de gemeente volgens het college onontkoombaar. Verdere bezuinigingen binnen het plan zelf zijn voor de kwaliteit van het plan ongewenst. De huur nog verder verhogen om de financiële gaten te dekken is onverantwoord.
Toch wil het college de Huiskamer van de Stad wél realiseren, omdat alternatieven ook hoge kosten met zich mee zouden brengen. "Want op dat moment zou de bibliotheek aan de Pijpenstraat grootschalig gerenoveerd moeten worden. Of je moet op zoek naar andere locatie", zegt Jeroen Diepemaat. "Dat gaat ook veel geld kosten. Het is een afweging die we moeten maken. Maar er zit wel een inhoudelijke reden achter dat we voor het Muziekkwartier hebben gekozen: er zit dikke kans op samenwerking."
Het college wil bij de zomernota (de halfjaarcijfers van 2023 en vooruitblik op de begroting van 2023) extra financiële middelen vrijmaken voor de verhuizing van de bieb. 'Dit kunnen we mogelijk oplossen door een hogere bijdrage in de exploitatie op te nemen', zegt het college in een brief aan de raad. Dat zal in de praktijk een jaarlijkse bijdrage betekenen.
Voor de helft van de investering, 13 miljoen euro, is in principe al een dekking afgesproken: 4 miljoen wordt bijgedragen door de bibliotheek, het Wilminktheater, Metropool en kunstenschool Kaliber. De andere 9 miljoen wordt uiteindelijk opgebracht door de huur voor de vier culturele partners te verhogen.
De andere helft van de investering, de ruim 13 miljoen euro kostenverhoging, zou behaald kunnen worden door een bijdrage van de gemeente in de exploitatielasten. Ter indicatie (geen officiële berekening): voor het volledige extra bedrag zou dat - uitgesmeerd over veertig jaar - al gauw 325.000 euro per jaar betekenen. Dat zou ongeveer het bedrag kunnen waarvoor een dekking moet worden gezocht.