Gekleurde vloeistoffen waar voorwerpen in blijven drijven, zwevende blokjes waar rook afkomt, een scala aan robots en de wind door je haren voelen in een windtunnel. Bezoekers van het Open Huis van de Universiteit Twente keken zaterdag hun ogen uit. Eens in de vijf jaar zet de technische universiteit de deuren open en gunt zo het publiek een uniek kijkje in de wereld van wetenschap en technologie.
"Dit doen we altijd als we jarig zijn geweest," legt Hinke Mulder uit. Ze is communicatieadviseur bij de UT en projectleider van het Open Huis. Al schoof deze editie vanwege corona een jaar op. De indruk die ze kreeg na een rondgang over het terrein stemt haar tevreden. "Het is heel gezellig, iedereen is heel vrolijk en alle UT' ers zijn heel trots." Hinke zag al menig medewerker met het gezin voorbij komen. "Ze willen laten zien waar papa of mama werkt."
"De universiteit staat middenin de samenleving. Wat we hier onderzoeken en onderwijzen is belangrijk voor de mensen en de maatschappij. De mensen van de UT willen heel graag laten zien waar ze mee bezig zijn."
Met name kinderen blijken zaterdag een leergierige doelgroep. Student biomedische technologie Rick Timmerije wordt het meest aan de tand gevoeld door de jongste bezoekers. Hij is ingevlogen om het principe van supergeleiding te laten zien. Een blokje gemaakt van supergeleidend materiaal wordt ondergedompeld in stikstof en zweeft daarna over een treinbaan. Het is een spectaculair schouwspel.
"Kinderen vragen het meest. Ze stellen ook betere vragen dan hun ouders, omdat ze zo onbevangen zijn." Rick wil ze warm maken voor zijn vakgebied. "Ik hoop ze te kunnen verwonderen over techniek. Dat ze naar huis gaan en denken: het is super interessant en leuk." Zo ging het ooit ook bij hemzelf: na een bezoekje aan een techniekdag met zijn ouders begon het bij, een toen nog jonge, Rick te borrelen.
Hinke sluit zich bij die lezing aan. "Misschien loopt hier wel een professor in de dop rond die later wil gaan studeren. En het maakt het ons niet uit of dat hier op de UT is of op een andere universiteit, maar dat we ze wel interesseren voor onderzoek."