GEESTEREN - “Anders waren de reekalfjes in de maaier gekomen en hadden ze het niet overleefd”, zegt Laurens Brummelhuis, dronepiloot en vrijwilliger. De vrijwilligers van vogelwerkgroep Geesteren speuren elk jaar de wijde omtrek van Geesteren af opzoek naar reekalfjes. Als de boer gaat maaien starten de vrijwilligers een bijzondere reddingsoperatie en dat gaat als volgt.
Jagers, boeren en de vrijwilligers houden volgens Brummelhuis goed in de gaten waar drachtige reeën lopen en ondernemen actie wanneer ‘wij zien dat een reegeit dunner is geworden dan heeft deze een of twee reekalveren’.
De vogelwerkgroep informeert de boer of de boer neemt zelf contact met hen op wanneer er wordt gemaaid. Het is voor een boer lastig om vanaf de tractor het reekalfje te zien in het hoge gras en wanneer de boer in de beurt is van een reekalf verstopt deze zich alleen maar beter. “Reekalfjes kunnen zelf pas na twee weken vluchten”, zegt Brummelhuis.
Daarom komen de vrijwilligers in actie; het liefst nog voor zonsopgang. Om de reekalveren te vinden gebruiken zij een drone met een infraroodcamera. Hiervoor is het van belang om vroeg in de ochtend te zoeken, omdat de grond dan nog niet warm is. De vrijwilligers kunnen hierdoor sneller en makkelijker ‘de juiste hotspots’ eruit filteren.
“Je moet voorzichtig lopen, zodat je niet op het reekalf gaat staan”, zegt Gerrit Olimulder.
Als de reekalveren zijn gevonden komt vrijwilliger Gerrit Olimulder in actie. Hij loopt het weiland in uitgerust met afrastering en inseminatiehandschoenen. Hierna volgt, op aanwijzingen van dronepiloot Brummelhuis, een behoedzame zoektocht naar het reekalf. “Je moet voorzichtig lopen, zodat je niet op het reekalf gaat staan”, zegt Olimulder.
De reekalveren redden de vrijwilligers door middel van drie methodes; ze overleggen met de boer waar het reekalf ligt, zodat hij een lange strook gras laat staan; ze zetten een hek om het reekalf, zodat hij zich niet kan verplaatsen en de boer maait er omheen; ze verplaatsen het reekalf.
“De reuk van een mens moet niet aan het reekalf komen, want dan stoot de moeder het kalfje af”, zegt Gerrit Olimulder
Bij de laatste methode zijn de inseminatiehandschoenen belangrijk. Deze handschoenen worden gebruikt bij het insemineren van koeien, waardoor ze tot de schouders komen. “De reuk van een mens moet niet aan het reekalf komen, want dan stoot de moeder het kalfje af”, zegt Olimulder.
Het duurt even voordat hij het reekalf heeft gevonden. Zelfs van een halve meter afstand is het lastig om het dier te zien. Dankzij de aanwijzingen en het scherpe oog van Olimulder lukt het dan toch. “Ja, ik zie hem!”, schreeuwt hij enthousiast. Olimulder tilt het reekalfje van nog geen week oud voorzichtig op en brengt het naar een veilige plek. “Een geslaagde missie”, stelt Brummelhuis.
De vrijwilligers redden elk jaar zo’n twintig reekalveren. Dit doen zij samen met jagers, boeren en vrijwilligers Anton Schrijver, en Henny Kamerink.