Naast het mededogen met mensen, verdreven door oorlogsgeweld, voor wie hier geen bed is, die in de open lucht slapen, kwam ook het gevoel van onveiligheid en ongemak boven drijven door de komst van het asielzoekerscentrum in de buurt. Een vrouw die ’s avonds haar hondje niet meer uit zou durven laten. Omwonenden die emotioneel kapot zijn. Wat vindt de staatssecretaris van de verhouding van 300 vluchtelingen op 3500 Albergenaars? Hoe staat het met de veiligheid en leefbaarheid in het dorp. Een klein dorp met één basisschool, een tekort aan eerstelijnszorg, in een gemeente met één politieagent?
Noaberschap in Albergen
Hennie de Haan, direct omwonende van ’t Elshuys, sprak over het noaberschap in Albergen, de zorg voor elkaar. “Een vrije en veilige leefomgeving voor iedereen, die door de komst van een AZC op het spel komt te staan”, aldus De Haan.
“Waarom zou u niet veilig over straat kunnen als er een asielzoekerscentrum is?”, vroeg Van der Burg op zijn beurt. “Er is een groep die zich misdraagt, maar er zijn ook autochtone groepen mensen die zich misdragen. We hebben 149 AZC-locaties in Nederland waar mensen opgevangen worden, en bij het grootste deel gaat dat goed.”
Van der Burg gaf aan dat de meeste AZC’s tussen de 300 en 400 mensen opnemen. Met uitschieters van Ter Apel (2000 mensen, aanmeldcentrum) Budel en Gilze en Rijen. “Mocht de wet door de Kamer komen dat elke gemeente verplicht wordt tot opvang, dan kun je de opvang beter over het land spreiden”, zei hij.
Ook hij stoorde zich buitengewoon aan die types die het verpesten voor de echte vluchtelingen. “Veelal jonge mannen die zich misdragen. Uw vraag is krijgen we hetzelfde gedonder als in Ter Apel. Dat is niet aan de orde, omdat de locatie in Albergen geen aanmeldcentrum wordt zoals in Ter Apel, maar een regulier AZC.” Van der Burg snapte alles wat er gezegd wordt; wangedrag praat hij op geen enkele wijze goed. “Daar moet hard tegen opgetreden worden.”
'Opleggen zorgt niet voor draagvlak'
Albergen wil wel statushouders opvangen, gaf De Haan aan. Maar Van der Burg benadrukte dat er voorzieningen voor asielzoekers nodig zijn, tot er voor hen duidelijkheid is of ze statushouder worden of niet. Dat de landelijke politiek met deze manier van werken geen draagvlak creëert, is hem duidelijk. “Iets opleggen zorgt niet voor draagvlak. Alleen, we hebben extra locaties nodig voor opvang, en die kregen we niet. Daarom heeft kabinet hiervoor gekozen.”
Schuldige politiek
Dat de zaak ook op asielgebied zo uit de hand gelopen is, is de schuld van de politiek, gaf Van der Burg volmondig toe: “Goede locaties zijn gesloten en ontmanteld. Dat was fout.”
Van der Burg noemde daarnaast nog een paar redenen: de komst van 75.00 Oekraïeners, de gezinshereniging die door corona twee jaar niet kon en nu volop bezig is, 3.500 mensen die hier niet thuishoren waarbij landen weigeren hen terug te nemen, en het feit dat er in Nederland in het algemeen te weinig woningen zijn.
Het COA is op zoek naar gebouwen en terreinen die leeg staan, war niets mee gebeurt. “Nu stond ’t Elshuys niet leeg, maar was al wel een poos te koop.”
Dat het COA eerst koopt en daarna pas communiceert met gemeente en buurt, heeft z’n reden. “Wat we soms zien, is op het moment dat bekend wordt dat het COA een bepaald gebouw bekijkt, anderen dat gebouw kopen. Vandaar dat het COA eerst koopt. Het COA hoeft daar ook geen melding van te doen. Dat wil niet zeggen dat er nu al een vergunning op zit.”
Procedure vergunning wordt gestart
De procedure voor de vergunning moet nog worden gestart en dat gebeurt in week 35. Normaal doet de gemeente dat, in dit geval treedt het Rijk in de plaats van de gemeente. De procedure duurt zo’n vier weken en wordt doorlopen voor het gebouw als zodanig.
Van der Burg: “Voor huisvesting buiten het gebouw moet een bestemmingsplanprocedure komen, en die duurt langer. Die moet normaal doorlopen worden, niet door de gemeente, maar door ons.” Het publiek reageertde met hoongelach.
Asielzoekers pas na verbouwing
Er komen niet direct asielzoekers in het pand, omdat eerst de procedure doorlopen moet worden. Is de procedure rond, dan komen er in eerste instantie statushouders in het hotel. Daarna moet er een verbouwing plaatsvinden, en als die verbouwing heeft plaatsgevonden, komen er ook asielzoekers in.
De hotelbewoners krijgen meer dan bad, bed en brood. “We zijn op zoek naar reguliere asielzoekerscentra, die er voor jaren zijn, waardoor je in het gebouw kunt investeren, zodat je niet hoeft te werken met een hal waar mensen op stretchers slapen, maar waar je mensen op een nette manier kunt onderbrengen. Waar op een behoorlijke manier gedoucht kan worden. Waar ruimtes zijn voor activiteiten”, aldus de staatssecretaris.
Als het een regulier AZC wordt, dan is het COA verantwoordelijk voor de zorg. “Dat loopt niet via de huisarts in het dorp, dat loopt via het COA middels zorgorganisaties. Als het gaat om de school, dan hangt dat af van de hoeveelheid kinderen die in AZC aanwezig zijn. Als het om kleine locaties gaat, dan wordt qua basisschool gekeken naar de omgeving.”
Geen hotelfaciliteit
Het hotel biedt normaal plaats aan 74 gasten. Volgens het COA kunnen in het pand 150 tot 200 mensen geherbergd worden. “Het wordt geen hotelfaciliteit. Er komen stapelbedden.” Maar dat is volgens de staatssecretaris een stuk beter dan mensen en gezinnen in een sporthal onder te brengen met nul privacy. We streven juist naar een gewone AZC, waar we betere voorzieningen kunnen creëren”, aldus Van der Burg.
'Teveel nieuwe noabers ineens'
Inspreker Lucas zag geen humane situatie ontstaan in het hotel. “Met het geplande aantal zie ik het niet goed komen. Niet voor de buurt en niet voor de mensen in het hotel. We zijn hier geen weigerbuurt, maar dit zijn veel te grote aantallen zowel voor de locatie als voor de buurtschap. We hebben noaberschap hoog in vaandel staan, en niet alleen voor de mensen die hier al tientallen jaren wonen. Maar dit zijn stomweg veel te veel nieuwe noabers in één keer.”
Van der Burg: “Nabuurschap is iets wat Albergen kenmerkt. De zorg voor elkaar. Dat is ook wat mij drijft. Ik vind dat we in Nederland voor elkaar moeten zorgen, voor die mensen die dat het hardste nodig hebben. Voor mensen die hier naar toe vluchten en die hier terecht opvang krijgen.”
Hamvraag
De hamvraag van de insprekers en van het gemeentebestuur was of de staatssecretaris bereid was de noodknop in te drukken en in gesprek te gaan inwoners en gemeente over een veilig en haalbaar alternatief plan van huisvesting van statushouders in hotel ’t Elshuys.
Van der Burg kwam hier niet om te onderhandelen, gaf hij in het begin al aan. “Het wordt geen koehandel.” Hij hoopt wel dat hij binnenkort verder kan gaan praten met het college over de verdere aanpak. “Dan is het aan het college om aan te geven of het met mij wil praten, of niet. Ik hoop van wel.”