Op de parkeerplaats van ’n Waarf aan de Werfstraat in Enter staan twee kooien van hekwerk, elk drie bij drie meter en voorzien van takken en gebladerte. De drie lege tonnen aan elke kooi moeten ervoor zorgen dat de kooien in eerste instantie blijven drijven, zodat ze door leden van ’t Zumpke makkelijk op de juiste plek kunnen worden gebracht om daar naar de bodem te zinken.
Zwembroek al aan
De hengelaars zijn er klaar voor. Voorzitter Martien Optendrees zit al in het bootje op De Lee, penningmeester Jan Jansen heeft zijn zwembroek al aan en als even na half vijf de enorme kraan van P&K de parkeerplaats op rijdt, kan het spektakel beginnen.
Onder toeziend oog van leden en passanten worden de kettingen aan de kooien aangebracht en wordt de eerste kooi over ’n Waarf getakeld om langzaam in De Lee terecht te komen.
Het bootje schiet naar voren en de kettingen worden losgemaakt. De drijvende kooi wordt naar de juiste plek geduwd en Jansen duikt het water in om de tonnen los te maken. Met een knal schiet het eerste lege vat de lucht in.
De kooi zakt langzaam naar beneden. Het bordje ‘verboden toegang art.41 wetb.v.strafr.’ dat nog vastzit op een deel van het hek, verdwijnt mee De Lee in.
Inmiddels ligt ook de tweede kooi in het water en hier zwemt bestuurslid Ronnie Rikkert naar toe. Het water van De Lee blijkt niet al te koud te zijn.
Deze kooi daalt bij het andere eilandje in het water.
Beschutte plek
Vanaf de wal kijkt Wierdenaar Hans Gels, directeur Sportvisserij Oost-Nederland toe. Hij vertelt dat het de eerste keer binnen Sportvisserij Oost-Nederland is, dat op deze manier geprobeerd wordt vissen een beschutte plek tegen aalscholvers te bieden. “Het gebeurde al wel dat we in het water takken stapelden, dood hout aanbrachten”, vertelt hij. “Mijn collega kwam met het idee van de gaaskooien. Wat hier gebeurt is echt pionieren, maar het is het proberen waard.”
'Tafeltje dekje voor aalscholvers'
De leden van hengelsportvereniging ’t Zumpke hebben hun visstek aan De Lee. In De Lee zit veel witvis, maar ook snoek, zult, brasem en karpers. “Voor aalscholvers is het hier tafeltje-dekje. Anderhalve kilo visjes per dag eet een aalscholver; dat zijn veel kleine visjes. En er zitten er hier nogal wat aalscholvers.”
Met name ’s winters, wanneer de oevers kaler zijn, is de vis een makkelijke prooi. “We zagen dat de vissen massaal schuilden in het botenhuis”, vertelt voorzitter Optendrees. “We zagen ook dat de aalscholvers daar lucht van kregen. Het visbestand in De Lee ging achteruit. We vingen de laatste jaren aanzienlijk minder vis dan de jaren ervoor.”
Gebruikt de aalscholver de gevangen vis als maaltijd, voor de leden van de Enterse hengelsportvereniging geldt dat de gevangen vis weer levend in het water gedeponeerd wordt. “We nemen geen visje mee”, benadrukt Optendrees.
Monitoren visbestand
In het najaar wordt gekeken of de vissen de schuilplekken gevonden hebben en gebruiken. “Samen met Sportvisserij Oost-Nederland gaan we met speciale apparatuur monitoren en kijken of de vissen er inderdaad gebruik van maken”, aldus Optendrees. “Het is een hele onderneming, maar wel een leuk project.”
De aalscholver boven op de lantaarnpaal langs De Lee kijkt toe. Ongetwijfeld noteert hij de plekken waar de kooien tot zinken zijn gebracht…