EUREGIO - De Euregio-Raad heeft zich onlangs met een resolutie ertegen uitgesproken dat de regering in Den Haag zich beraadt over een mogelijke noordelijke aftakking van de Betuweroute, ook bekend als de ‘Noordtak’, zonder de betrokken regio’s en gemeenten in de Achterhoek en Twente bij het besluitvormingsproces te betrekken.
Het Nederlands-Duits parlement overlegt drie keer per jaar over grensoverschrijdende samenwerking in de Euregio.
Ook wordt de Nederlandse regering opgeroepen de resultaten van het lopende onderzoek in het kader van de ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 naar mogelijke varianten voor de routering van het goederenspoor naar Noordoost-Europa af te wachten, alvorens verdere stappen genomen worden.
De achtergrond hiervan is de aanzienlijke impact die deze volledig nieuwe goederenspoorverbinding zou hebben op de ruimtelijke ontwikkeling van de Achterhoek en Zuidoost-Twente. Dit zou ook gevolgen hebben voor het spoorwegnet en het plaatselijk personenvervoer in het gehele Euregio-gebied.
Directeur-bestuurder Christoph Almering licht toe: “Als er een besluit wordt genomen ten gunste van een noordelijke tak van de zogenaamde Betuweroute, moeten de standpunten van de betrokken regio’s van tevoren worden gehoord. Zo’n belangrijke beslissing voor of tegen een nieuwe goederenverbinding met name naar Oost-Europa en Scandinavië via de Euregio vereist een solide onderbouwing. Grondig voorbereidend werk en degelijke cijfers moeten aantonen wat de toegevoegde waarde op lange termijn van een dergelijke route voor de regio zou zijn.”