Vandaag, vrijdag 12 november, gaat het theaterstuk 'De Boerenopstand - Tot Tubbig en niet verder' in première. Eén van de betrokkenen van vijftig jaar geleden is Herman Hansen. Op die bewuste dag in 1971 zat de toen 27-jarige Hansen, rijksambtenaar van het Ministerie van Landbouw, in de middelste auto.
Hij en de andere ambtenaren werden begeleid door auto’s voor en achter, met daarin politiemensen. De zon was net op toen de auto’s vanuit Zwolle vertrokken. Het was zwaar bewolkt die dag, de zon zou zich nauwelijks laten zien. Voor Hansen was het de tweede keer dat jaar dat hij naar Tubbergen reed voor een stemming over de ruilverkaveling.
De geboren en getogen Zwollenaar werkte sinds 1962 voor het Ministerie van Landbouw. Hij was cartograaf en tekende de verkavelingsplannen uit.
Als rijksambtenaar had hij eerder dat jaar mede de stemming voorbereid, die op 29 juni bij hotel Kemperink gehouden zou worden. “We zaten op het toneel, dat zou je nu nooit meer doen. Je moet niet hoog gaan zitten, maar gewoon gelijkvloers. Dat leer je dan”, zegt hij er nu over.
Voor het toneel zaten de boeren. “De vergadering werd geopend en ineens kwamen alle boeren naar voren.” Herman Schoemaker, gedeputeerde van de provincie Overijssel, werd bedreigd. De stemming ging die dag niet door, en werd uitgesteld.
Ongewijzigd plan
Tussen juni en de tweede datum, 21 december, zit een half jaar. In die tussentijd werd er aan het plan niets gewijzigd.
Hansen: “De boeren hebben geen klacht ingediend. Ze waren het niet eens met de manier van stemmen, maar daarvoor moesten ze niet bij ons zijn. Daarvoor moest de wet aangepast worden. Wij voerden alleen maar uit.”
Dus zou, op die sombere dag in december, hetzelfde plan ter stemming gebracht worden.
De avond tevoren had Hansen nog wel even op tv het nieuws gekeken, of er over Tubbergen iets vermeld zou worden. Dat was niet het geval.
“We wisten dat tegenstanders een avond voor de stemming een bijeenkomst hadden gehouden. Daar is politie bij geweest, anoniem. Daar werd verteld dat er niets zou gebeuren. We zijn te goeder trouw naar Tubbergen gegaan.”
In Tubbergen aangekomen werd alles voor de stemming in orde gemaakt. “Dat er een tent stond wisten we niet, en ook niet dat daar prikkeldraad omheen stond. De auto werd in een garage in Tubbergen achter slot en grendel gezet, en dat was achteraf bezien maar goed ook.”
Het was wachten tot de stemming, ’s middags om twee uur, zou beginnen. Inmiddels trokken de boeren op, massaal, zingend, leuzen roepend. “Ze riepen ‘Auswitchz, Auswitchz’. Maar wij waren degenen die in het kamp zaten en belaagd werden.”
Ondanks de dreiging opende de gedeputeerde van de provincie Overijssel de vergadering geopend. En er werd gestemd.
Na de stemming werd de stembus op de kop gehouden, er kwamen maar weinig formulieren uit. Er waren 27 stemmen uitgebracht, vijftien voor en twaalf tegen. De niet-uitgebrachte stemmen werden, volgens de wet, als ‘voor’ geteld, en zo werd het ruilverkavelingsvoorstel aangenomen.
De ambtenaren vertrokken zo snel mogelijk. “We waren er zat van; de druk die op je af komt, joelende mensen om je heen. Je hebt er niets mee te maken, maar je wordt wel belaagd. Dat kun je niet beschrijven, ook niet wat er op je af komt. Boeren met een giertank, die alle barricades proberen weg te slepen, niet normaal. Dat boeren zo boos konden worden, had ik nooit verwacht. Ik was bang, ja. Toen de vergadering gesloten was, zijn we direct naar huis gegaan. We waren overdonderd wat ons overkomen was.”
Hij moest er de volgende dag overigens wel naar toe om de bussen op te halen. “Dat mocht ik alleen doen. Ik heb dat ritje door Tubbergen gemaakt en ik heb nog nooit zoiets gezien, het leek of er oorlog was geweest. Alle ruiten van het gemeentehuis kapot, straatstenen eruit. Ik dacht ik moet zo snel mogelijk naar het politiebureau, die bussen ophalen en wegwezen.”
En naderhand? Kreeg Hansen ook zwijgplicht opgelegd, net als burgemeester Schepers? “Nee. Niemand is ooit bij mij gekomen om vragen te stellen. De provincie heeft wel jarenlang foto’s in de las laten liggen. Die foto’s waren gemaakt tijdens de stemming, en die mochten niet gepubliceerd worden: slechte publiciteit.”
Na vijftig jaar was Hansen voor het eerst weer terug in Tubbergen, bij de opening van de tentoonstelling over de Boerenopstand in ’t Oale Roadhoes. “Ik vond het heel erg mooi dat iedereen aan het woord kwam. Voor- en tegenstanders. Ik ook.” Met een lach: “Dat ging dus alleen maar over belaagd zijn. Dat zat me nog steeds erg hoog. Maar dat is verder goed verlopen.”
En zo ging voormalig rijksambtenaar Herman Hansen deze keer, vijftig jaar later, vanuit Tubbergen, goed en rustig naar terug Zwolle.