DINKELLAND – De afvalwaterinjecties door de NAM in de regio Noordoost-Twente en de gemeente moeten zo snel mogelijk stoppen, zo is de unanieme mening van de gemeenteraad van Dinkelland. Benny Tijkotte, fractievoorzitter van Lokaal Dinkelland, vindt de huidige gang van zaken niet te begrijpen.
Lokaal Dinkelland en GroenLinks hebben dinsdag om opheldering gevraagd bij het college. Vorige week ging de gemeente in gesprek met de NAM over de sluiting van gasputten en het injecteren van afvalwater in de Twentse grond. "Het belangrijkste is dat we weten wat er in de toekomst gaat gebeuren", zo begint Tijkotte in gesprek met Twente FM. "Want dat weten we nog steeds niet. Iedereen is het zat dat de NAM doorgaat met het gebruiken van Noordoost-Twente als afvoerputje. Kern van de zaak: we willen dat dit zo snel mogelijk stopt."
Daarin vonden Lokaal Dinkelland en GroenLinks steun bij de andere partijen in de gemeenteraad. "Iedereen vindt het raar dat dit hier in de regio wél door kan gaan. Wie draagt de verantwoordelijkheid? We staan er als raad unaniem in. Volgende week gaan we proberen een motie aangenomen te krijgen, zodat de NAM stopt. In ieder geval met de injecties van afvalwater."
Iedereen vindt het raar dat het hier in de regio wél door kan gaan
De economische belangen wegen in dit geval sterker mee dan de belangen van het milieu in de regio. "Het is zelfs in strijd met de Europese regels", aldus Tijkotte. "Maar het is economisch interessanter om de troep in Twente in de grond te stoppen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het is onlangs nog behandeld in de Tweede Kamer… De regeringspartijen stemden tegen de motie. De regionale partijen, onder meer van de CDA, waren teleurgesteld dat hun landelijke collega’s ze in de steek hebben gelaten."
Naast de afvalwaterinjecties, staan er in Noordoost-Twente ook de nodige gasputten. "De putten die in het verleden gebruikt zijn, moeten nog wel volledig gesloten worden. De grond moet schoongemaakt worden. Wie is daar verantwoordelijk voor? Hier is het laatste woord nog niet over gesproken", zo sluit Tijkotte af.