MANDER - ‘Barbapapa’s’ noemt Ginette Berculo de opvallende groene fleskalebassen, die nu bij de Pompoenerie Twente te zien zijn. Het is één van de vele soorten pompoenen die het erf in Mander een kleurrijk en vrolijke aanblik geven. Twente FM ging op bezoek.
Pompoenentijd in Mander. Groot en klein, van pindapompoen tot fleskalebas, pompoenen om te eten, voor de sier en om mee te knutselen: ze liggen er te kust en te keur.
Eigenaren Marc Braakhuis en Ginette Berculo kweken al een aantal jaren pompoenen in eigen tuin, om ze in de herfst te verkopen. Het hoogtepunt is natuurlijk de week voor Halloween.
Voor Ginette en Marc beginnen de grootste werkzaamheden in het voorjaar. “Vanaf april gaan we vol aan de bak. Veertigduizend pompoenplantjes gingen dit jaar de grond in”, vertelt Ginette. “De helft is helaas verrot door het vele water dat er dit voorjaar viel.”
Ruim driehonderd soorten pompoenen werden dit jaar gekweekt. Ginette: “Die verscheidenheid is het leukst. Veel van die soorten kun je eten.”
Tips daarover geeft ze graag. Met name in de wintermaanden pluist ze van alles uit over pompoenen: de mooiste recepten, de weetjes, knutseltips. Zo is een pompoen, uitgesneden voor Halloween bijvoorbeeld, eerder rot. Door er haarlak over te spuiten wordt dat proces vertraagd.
Haar favoriete pompoen? Lachend: “Dat zijn er zoveel. Een bijzonder exemplaar is de pindapompoen. Hoe warmer het in Nederland wordt, hoe meer mooie ‘pinda’s’ zich op de pompoenschil nestelen. Deze pompoen is ook heel zoet van smaak. In de Turkse en Marokkaanse gemeenschap wordt ie vaak gebruikt voor het Suikerfeest.”
Zelf vindt ze de pompoen heel lekker in de thee, met een beetje pompoenhoning erdoor heen. “Dan heb je echt de goede vitamines en mineralen die een mens nodig heeft, in je lichaam zitten.”
Ook als de pompoenverkoop gestopt is, blijft er van alles te doen bij Pompoenerie Twente. “We hebben nog wensen genoeg. We gaan verder met de renovatie van de schuur op het erf en gaan een mooi nostalgisch toilet bouwen. In de toekomst hopen we ook workshops te geven.”