Van jongs af aan is hij onder de indruk van glaskunst. “Je kan bijna niet anders als je je familie in de ateliers bezig ziet, zeker met die grote imposante ramen”, legt Nicolas uit. “Als we naar de kerk gingen lette ik ook altijd meer op de ramen dan op de kerkdienst zelf.” Het werk heeft zoveel indruk op hem gemaakt dat hij niet anders kon dan zelf ook de kunstwereld te betreden.
Grootse carrière
Zijn carrière als glaskunstenaar begon als assistent bij zijn moeder in het atelier. “Ik noem haar wel eens ‘s werelds meest kritische vrouw, maar ze had altijd gelijk.” Bij haar kon hij de kneepjes van het vak leren, meehelpen bij opdrachten en zijn eigen stijl ontwikkelen. Daarna begon hij met eigen opdrachten, waarvan één de kerkramen in de Pancratius basiliek in Tubbergen is. “Dat was bijzonder, omdat het écht een familiewerk is.”
“Hier zijn we dus het meest van bekend”, zegt Nicolas, terwijl hij de Pancratius binnenstapt. Felle, door zonlicht bespeelde kleuren, vrolijke taferelen met lachende gezichten. Maar ook skeletten, grauwe tinten en wanhoop op de gezichten. Allemaal van glas. En allemaal één ding gemeen. “Elk raam in deze kerk is door een Nicolas gemaakt.”
Vijf generaties
Glaskunst zit dus in de familie, maar gaat verder terug dan alleen zijn moeder. Het begon bij zijn betovergrootvader in 1855: Frans Nicolas richt in Roermond het glasatelier F. Nicolas op. Zijn zonen Frans jr. en Charles voegen zich later bij het bedrijf. “Deze generaties hebben de naam groot gemaakt. Zij hebben het helemaal opgebouwd.”
De opa van Diego, Joep Nicolas, is misschien wel de bekendste van de familie. “Hij was een geweldige kunstenaars, maar ook een geweldige opa.” Hij heeft niet alleen de beroemde apocalypsramen in de pancratius gemaakt, maar ook de ramen in Delft. “Zijn werk is uniek en wordt vergeleken met de beste van de wereld.”
De moeder van Diego en haar neef, Joep Nicolas van Ronkenstein vormen de vierde generatie van de glazeniersfamilie. Met Diego dus als laatste in de lijn. Met z’n allen maakten ze, in verschillende fases, de ramen van de kerk in Tubbergen. “Dat was zodanig uniek dat het het begin is geweest voor een, uiteindelijk, groots evenement. Glasrijk.”
Glaskunst heeft iets magisch
Ook dit jaar is hij weer een van de kunstenaars die voor het evenement kunstwerken heeft gemaakt. Het is voor hem meer dan alleen een plek om zijn kunst te exposeren. “Het is ook een weerzien met collega’s, vrienden.” Dat Tubbergen zo groot is geworden in glaskunst vind Nicolas fantastisch.
“Glaskunst is prachtig, omdat het er onder elke lichtomstandigheid anders uitziet. Het heeft iets magisch.” Dat Glasrijk zo groot kon worden snapt hij wel. “Er zijn zoveel verschillende soorten glaskunst dat er voor iedereen wel iets is. Dat maakt Glasrijk zo bijzonder.” Volgens de kunstenaar ontwikkelt de kunst zo, dat het evenement ook kan blijven ontwikkelen. "Iedere glaskunstenaar werkt op zijn eigen manier en voegt zo iets toe aan het vak. Of je daar nou fan van bent of niet." Hij blijft het bijzonder vinden dat zo'n internationaal evenement is ontstaan door de ramen in de kerk. "Het is uniek en dat deze gemeente dat zo heeft weten uit te bouwen is geweldig."
Rust
De in Parijs geboren kunstenaar heeft ook een hele tijd gewerkt in New York, maar woont nu in Tubbergen. “Het is hier fijn, dat stadse heb ik gehad.” Nog regelmatig gaat hij richting de grote steden voor werk, maar terugkomen in Tubbergen vindt hij nog steeds het fijnst. Daar heeft hij jaren een groot atelier gehad, maar tegenwoordig werkt hij vanuit huis. “Glaskunst is wereldwijd heel groot, maar in Nederland relatief klein. Dat je dan op een plek woont die bijna Glas ademt is fijn.”
"Dit artikel is gepubliceerd in samenwerking met RTV Oost"